Geen ALV houden na afloop bestuurstermijn is risicovol

Kernpunden

De bestuursleden zijn, op een na, in juli 2017 gekozen voor een termijn van 4 jaar, waarbij jaar is gedefinieerd in de statuten als de periode tussen twee jaarlijkse ALV’s. In 2020 en in voorjaar 2021 is geen ALV gehouden. Het bestuur roept de corona omstandigheden in. De Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid, Stb. 2020, nr. 124, hierna: de Wet Tijdelijke Voorzieningen)’ Wet Tijdelijke Voorzieningen” voorziet echter in de mogelijkheid voor geheel digitale ALV’s en niet in het niet houden van ALV’s. De rechter is streng: de bestuursleden zijn geen bestuurslid meer, wordt verboden om zich nog zo voor te doen, moeten zich uitschrijven bij KvK, de bankmachtigingen worden ingetrokken. De door het bestuurs georganiseerde ALV moet worden afgelast omdat de agenda daarvan mede is opgesteld door de bestuursleden die geen bestuurslid meer waren.

” De hierboven genoemde nieuwe aparte ALV waarop twee nieuwe bestuurders zullen moeten worden benoemd en een nieuwe kascommissie zal, naar het zich thans laat aanzien, moeten worden voorgezeten door een neutrale voorzitter van/via het AVVN, het Algemeen Verbond van Volkstuinders Verenigingen in Nederland.” (en de rechter legt dit op).

““De Wet Tijdelijke Voorzieningen voorziet echter niet in enige basis voor verenigingen om wegens de Corona-problematiek een jaarlijks bijeen te roepen algemene ledenvergadering achterwege te laten. Ook andere wetten voorzien niet in die mogelijkheid. Voor het nalaten van het bestuur van de [naam van de volkstuindersvereniging] om tijdig een ALV bijeen te roepen kan de Corona-problematiek dan ook geen rechtvaardiging vormen. Dat geldt temeer, omdat niet gebleken is dat het bestuur van de [naam van de volkstuindersvereniging] toen al het mogelijke heeft gedaan om (het stemmen op) een ALV plaats te laten vinden via de elektronische (digitale) en/of schriftelijke weg.

Omdat er dus niet op tijd een ALV is gehouden in 2021, zijn [gedaagde 2] en [gedaagde 3] van rechtswege geen bestuurslid meer, want ten aanzien van hen is de vierjaarstermijn van artikel 10 lid 3 van de statuten inmiddels verstreken. Mevrouw [persoon A] is momenteel dus nog de enige bestuurder van de [naam van de volkstuindersvereniging] . Uit de procestukken en de toelichtingen ter zitting is gebleken dat de vergadering die op 27 november 2021 geagendeerd staat (mede) is voorbereid door thans niet langer in functie zijnde bestuursleden. De agenda zal ook door hen zijn opgesteld. Dat maakt die agenda ondeugdelijk om op 27 november 2027 behandeld te worden. Dat maakt ook dat deze ALV niet door kan gaan, en er te zijner tijd opnieuw een ALV bijeen moet worden geroepen. Er bestaat dus thans geen basis meer voor de voor 27 november 2021 bijeengeroepen ALV. Het treffen van een ordemaatregel waarbij het bestuur gelast wordt deze vergadering te annuleren ligt daarom in de rede. Om die reden is de vermeerdering van eis toelaatbaar.”

“[De eis van het lid] zal derhalve aldus worden toegewezen dat het [gedaagde 2] en [gedaagde 3] zal worden verboden met onmiddellijke ingang zich voor te doen als waren zij nog voorzitter en bestuurslid van het bestuur van de [naam van de volkstuindersvereniging] , totdat er een nieuw bestuur is benoemd en zij daarvan als voorzitter respectievelijk lid deel uitmaken.

Het primair gevorderde onder 3 (uitschrijving KvK), onder 4 (medewerking intrekking bankmachtigingen) en onder 8 (bevel intrekken bankmachtigingen) zal derhalve eveneens integraal worden toegewezen.”

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBROT:2021:11150

2.De feiten

2.1.

D[naam van de volkstuindersvereniging] exploiteert volkstuinen.

2.2.

[eiser] is lid van de [naam van de volkstuindersvereniging] . Hij heeft een door de [naam van de volkstuindersvereniging] geëxploiteerde volkstuin in gebruik.

2.3.

[gedaagde 2] en [gedaagde 3] zijn op de algemene ledenvergadering van de [naam van de volkstuindersvereniging] van 6 juli 2017 gekozen als voorzitter respectievelijk lid van het bestuur van de [naam van de volkstuindersvereniging] .

2.4.

Er is op 31 oktober 2021 een uitnodiging voor een ALV op 27 november 2021 gestuurd naar de leden van de [naam van de volkstuindersvereniging] met daarbij een agenda voor die ALV.

2.5.

In de statuten van de [naam van de volkstuindersvereniging] , waarvan de meest recente versie dateert van 29 november 2018, is – aangehaald voor zover van belang – het volgende bepaald:

[…]

ARTIKEL 4 LEDEN

[…]

2. Leden zijn die meerderjarige personen die als lid zijn toegelaten, die wonen in Rotterdam

en aan wie één tuin in gebruik is gegeven. Een lid kan afkomstig zijn uit de –

regio Rotterdam, uitsluitend en alleen indien er geen enkele gegadigde voor een tuin –

gevonden kan worden afkomstig uit Rotterdam, en dus sprake is van dreigende leegstand.

[…]

ARTIKEL 8. GESCHILLENBESLECHTING

[…]

3. Geschillen tussen leden onderling, leden en een orgaan van de vereniging niet zijnde

de algemene vergadering of organen van de vereniging, niet zijnde de algemene vergadering,

onderling welke samenhangen met of voortvloeien uit de doelstelling van

de vereniging worden naar keuze van betrokkenen beslecht door:——

a. bindend advies volgens het Reglement Conflictbeslechting van het AVVN; —

b. bemiddeling volgens het Reglement Conflictbeslechting van het AVVN.

[…]

ARTIKEL 10. BESTUUR

1. Het bestuur bestaat uit ten minste drie natuurlijke personen, die uit hun midden een –

voorzitter, een secretaris en een penningmeester aanwijzen.———-

a. Het lidmaatschap van het bestuur is niet verenigbaar met het lidmaatschap van –

de kascommissie.———————–

b. Personen, die een gemeenschappelijke huishouding voeren, kunnen niet tegelijkertijd

in het bestuur zitting hebben.————–

2. De leden van het bestuur worden door de algemene vergadering uit de leden benoemd.

leder bestuurslid is tegenover de vereniging gehouden tot een behoorlijke –

vervulling van zijn taak. ———————–

3. Bestuursleden worden benoemd voor de duur van vier jaar. Onder een jaar wordt in –

dit verband verstaan de periode tussen twee opeenvolgende jaarlijkse algemene vergaderingen.

Een aftredend bestuurslid is onmiddellijk herbenoembaar. —–

4. In een tussentijdse vacature in het bestuur wordt door de algemene vergadering zo –

mogelijk binnen vier maanden voorzien.

5. Bestuursleden kunnen te allen tijde onder opgaaf van redenen door de algemene -ledenvergadering worden geschorst en ontslagen. De algemene ledenvergadering besluit

tot schorsing of ontslag met een meerderheid van twee/derde van de uitgebrachte

stemmen. De schorsing eindigt wanneer de algemene ledenvergadering –

niet binnen drie maanden daarna tot ontslag heeft besloten. Het geschorste bestuurslid

wordt in de gelegenheid gesteld zich in de algemene ledenvergadering te –

verantwoorden en kan zich daarbij door een raadsman doen bijstaan.——

6. Het lidmaatschap van bestuur eindigt door overlijden, door ontslag, bedanken en -wanneer

het lidmaatschap van de vereniging eindigt. ———–

ARTIKEL 11. TAKEN EN BEVOEGDHEDEN BESTUUR EN VERTEGENWOORDIGING —-

1. Behoudens de beperkingen volgens de statuten is het bestuur belast met het—besturen

van de vereniging.———————

2. Indien het aantal bestuursleden beneden drie is gedaald, blijft het bestuur bevoegd. –

Het is echter verplicht zo spoedig mogelijk een algemene vergadering te beleggen -waarin

de voorziening in de vacature(s) aan de orde komt.

[…]

ARTIKEL 12. COMMISSIES

Het bestuur en de algemene vergadering zijn bevoegd permanente en tijdelijke commissies in te stellen en op te heffen, alsmede hun benoeming, samenstelling, taken en

bevoegdheden te regelen, voor zover deze niet geregeld zijn in de statuten of in de -reglementen. Commissies zijn verantwoording verschuldigd aan het orgaan dat hen heeft ingesteld.

ARTIKEL 13. BESLUITVORMING

1. Tenzij in de statuten of in de reglementen anders is bepaald, worden besluiten in het bestuur,

algemene vergaderingen en commissies genomen met een meerderheid van

de uitgebrachte stemmen, met dien verstande dat ter bepaling van die meerderheid

van het aantal uitgebrachte stemmen de ongeldige stemmen worden afgetrokken.

[…]

5. Een lid kan in de algemene vergadering één stem uitbrengen, ongeacht het aantal

tuinen dat het desbetreffende lid in gebruik heeft.————-

6. Een lid kan een ander lid machtigen namens hem in de algemene vergadering zijn -stem

uit te brengen, met dien verstande dat ieder lid slechts door één ander lid kan

worden gemachtigd.————————

7. Een volmacht kan alleen schriftelijk worden verleend en dient voor de aanvang van de

vergadering aan de voorzitter te zijn overhandigd.

[…]

ARTIKEL 15 BIJEENROEPING ALGEMENE VERGADERING ————

1. Jaarlijks wordt binnen zes maanden na afloop van het boekjaar een algemene vergadering

gehouden. De algemene vergadering wordt bij voorkeur gehouden in de

gemeente waarin de vereniging haar zetel heeft.————–

2. De bijeenroeping gebeurt elektronisch met toevoeging van de agenda aan de bij de vereniging

bekende e-mail adressen van de leden.————-

3. De termijn van oproeping bedraagt tenminste twee weken, de dag van de oproeping

en die van de vergadering niet meegerekend. In bijzondere gevallen dit ter beoordeling

van het bestuur kan deze termijn worden bekort. ———

4. Een buitengewone algemene vergadering wordt gehouden indien het bestuur dit nodig

oordeelt of tenminste zoveel leden als bevoegd zijn tot het uitbrengen van één

tiende gedeelte van de stemmen in de algemene vergadering. In laatstbedoeld geval

moet de wens daartoe onder opgave van het te behandelen onderwerp, voorzien

van een toelichting, schriftelijk aan het bestuur kenbaar worden gemaakt. —

5. Indien het bestuur niet binnen veertien dagen na ontvangst van het onder lid 4 bedoelde

verzoek gevolg heeft gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot die—–

bijeenroeping overgaan op de wijze waarop het bestuur een algemene vergadering –

bijeenroept of bij advertentie in ten minste één ter plaatse veel gelezen dagblad. De –

verzoekers kunnen dan anderen dan bestuursleden belasten met de leiding van de –

vergadering en het opstellen van de notulen.—————

6. Op de algemene vergadering komen in ieder geval aan de orde:——–

a. vaststelling van de notulen van de vorige algemene vergadering;——

b. jaarverslag van het bestuur;——————-

c. het financieel jaarverslag van het bestuur over het afgelopen boekjaar;—-

d. het verslag van de kascommissie;—————–

e. de vaststelling van de begroting voor het komende boekjaar;——–

f. voorziening in eventuele vacatures;—————–

g. ingediende voorstellen.——————–

[…]

ARTIKEL 17. REKENING EN VERANTWOORDING

1. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging zodanige aantekening

te houden dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen

worden gekend.———————-

2. Het bestuur brengt op de algemene vergadering, behoudens verlenging met een -termijn

van vijf maanden door de algemene vergadering, een jaarverslag uit over de –

gang van zaken in de vereniging en over het gevoerde beleid. Het bestuur legt de balans

en de staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de algemene

vergadering over. Deze stukken worden ondertekend door de bestuursleden.

Ontbreekt de ondertekening van een bestuurslid, dan wordt daarvan –

onder opgave van redenen melding gemaakt. —————

3. Indien het bestuur niet in de algemene vergadering, of bij verlenging niet binnen de –

stelde termijn, overeenkomstig het bepaalde heeft gehandeld, kan ieder lid van de –

gezamenlijke bestuursleden in rechte vorderen dat zij deze verplichtingen nakomen. –

4. Het bestuur is verplicht jaarlijks de in lid 2 bedoelde stukken te doen onderzoeken door

de kascommissie, die hiervan schriftelijk verslag uitbrengt aan het bestuur en aan

de algemene vergadering.

5. De kascommissie bestaat uit ten minste twee leden die door de algemene vergadering

worden benoemd en die geen lid van het bestuur mogen zijn.—–

6. Het bestuur is verplicht de kascommissie voor haar onderzoek alle door haar gewenste

inlichtingen te verschaffen, hen desgewenst de kas en de waarden te tonen

en inzage van de boeken en bescheiden van de vereniging te geven.

7. Goedkeuring door de algemene vergadering van het jaarverslag en van de rekening –

en verantwoording gebeurt nadat is kennisgenomen van het verslag van de kascommissie

en strekt het bestuur tot decharge voor alle handelingen die uit de rekening

en verantwoording blijken.——————

8. Het bestuur is verplicht de in dit artikel bedoelde bescheiden gedurende de daarvoor –

door de Wet vereiste termijn te bewaren.

3.Het geschil

3.1.

[eiser] vordert dat de voorzieningenrechter bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:

4.De beoordeling

Inleiding

4.1.

[eiser] heeft als lid van de vereniging gezien de door hem gestelde onregelmatigheden voldoende spoedeisend belang bij zijn vorderingen.

De voorzieningenrechter stelt verder voorop dat vooral [eiser] een groot aantal feitelijkheden heeft gesteld die terug te leiden zijn tot kennelijk allerlei incidenten uit het verleden en mede daardoor ontstane slechte verhoudingen tussen partijen. De vorderingen van [eiser] zien evenwel in essentie op een aantal bestuurlijke aangelegenheden die binnen de vereniging spelen. De voorzieningenrechter zal zich in het kader van dit kort geding beperken tot een oordeel over die vorderingen.

Betreffende de vorderingen onder I (“Ten aanzien van het bestuur van de [naam van de volkstuindersvereniging] ”)

4.2.

Aangezien het tegenovergestelde gesteld noch gebleken is, gaat de voorzieningenrechter er vanuit dat op de momenten die van belang zijn in deze zaak de statuten niet anders luidden dan hierboven in 2.5 is weergegeven.

4.3.

[gedaagde 2] en [gedaagde 3] zijn op de algemene ledenvergadering van de [naam van de volkstuindersvereniging] van 6 juli 2017 benoemd tot voorzitter respectievelijk lid van het bestuur van de [naam van de volkstuindersvereniging] . Op grond van artikel 10 lid 3 van de statuten golden die benoemingen voor de duur van vier jaar en moet in dat verband onder “een jaar” worden verstaan “de periode tussen twee opeenvolgende jaarlijkse algemene vergaderingen”.

4.4.

Na de ALV van 6 juli 2017, waarop [gedaagde 2] en [gedaagde 3] benoemd zijn tot voorzitter respectievelijk lid van het bestuur van de [naam van de volkstuindersvereniging] , is er een ALV gehouden in 2018 en een ALV in 2019, op 26 oktober van dat jaar. Vorig jaar, 2020, is er, voor zover de voorzieningenrechter dat heeft kunnen nagaan, geen ALV gehouden. Tot op heden is er ook in het huidige jaar, 2021, geen ALV gehouden. De aangekondigde ALV van 2 oktober 2021 is namelijk niet doorgegaan.

4.5.

[eiser] en de [naam van de volkstuindersvereniging] zijn het erover eens dat artikel 10 lid 3 van de statuten zo mag worden uitgelegd dat “een jaar” in de zin van die bepaling langer kan zijn dan een kalenderjaar. De voorzieningenrechter begrijpt deze bepaling aldus dat ingeval er tussen twee jaarlijkse ALV’s een periode langer dan een kalenderjaar zit, dit – voor een beperkte termijn – mogelijk is.

4.6.

Volgens de [naam van de volkstuindersvereniging] c.s. is het volledige bestuur, dus ook [gedaagde 2] en [gedaagde 3] , nog in functie. Primair vinden de [naam van de volkstuindersvereniging] c.s. dat het huidige vergaderjaar nog loopt. Subsidiair nemen zij het standpunt in dat de termijn van een vergaderjaar als bedoeld in artikel 10 lid 3 van de statuten met slechts een beperkte termijn is overschreden en dat die overschrijding hun niet verweten kan worden vanwege de uitbraak van Covid 19, de huidige Corona-problematiek.

4.7.

Volgens artikel 15 lid 1 van de statuten moet er jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar een ALV worden gehouden. Het had dus voor de hand gelegen dat er voor juli van dit jaar, 2021, een ALV was gehouden. Inmiddels zijn ruim vier maanden verstreken sinds dat moment en kan dus, naar het voorlopige oordeel van de voorzieningenrechter, niet meer gezegd worden dat er slechts een beperkte termijn is overschreden sinds dat moment. Een beroep op artikel 10 lid 3 van de statuten kan de [naam van de volkstuindersvereniging] c.s. niet baten omdat er in 2020 geen ALV heeft plaatsgevonden zodat, gelet op hetgeen onder 4.5 is overwogen, het artikel in zoverre toepassing mist. Er is dus sprake van een aanzienlijke termijnoverschrijding. Dat brengt de voorzieningenrechter op de vraag of deze aanzienlijke termijnoverschrijding gerechtvaardigd is vanwege de huidige Corona-problematiek.

4.8.

Voor de beantwoording van de vraag naar de legitimiteit van de besluitvorming in verband met de huidige Corona-problematiek is van belang dat op 22 april 2020 een wet is aangenomen houdende “tijdelijke voorzieningen op het terrein van het Ministerie van Justitie en Veiligheid in verband met de uitbraak van COVID-19” (Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid, Stb. 2020, nr. 124, hierna: de Wet Tijdelijke Voorzieningen). Deze wet is van kracht geworden op 24 april 2020 en bevat (onder meer) voorzieningen met betrekking tot (besluitvorming in) algemene vergaderingen van rechtspersonen. De Memorie van Toelichting op het wetsvoorstel (Tweede Kamer, vergaderjaar 2019–2020, 35 434, nr. 3) vermeldt dat de (hier relevante) onderdelen van het voorstel zijn ingegeven door de wens om de continuïteit van het rechtsverkeer te waarborgen door waar nodig maatregelen te kunnen nemen die noodzakelijk zijn in verband met de COVID-19-uitbraak.

4.9.

Artikel 6 van de Wet Tijdelijke Voorzieningen voorziet erin dat het bestuur van een vereniging, in afwijking van artikel 2:38 lid 1 BW, kan bepalen dat leden geen fysieke toegang hebben tot de algemene (leden)vergadering, onder de voorwaarden dat (a) de algemene vergadering langs elektronische weg voor leden is te volgen en (b) de leden tot uiterlijk 72 uur voorafgaand aan de vergadering in de gelegenheid zijn gesteld om schriftelijk of elektronisch vragen te stellen over de onderwerpen die bij de oproeping zijn vermeld. Het artikel bepaalt verder dat het bestuur zich ervoor inspant dat tijdens de vergadering langs elektronische weg of anderszins nadere vragen kunnen gesteld, tenzij dit in het licht van de omstandigheden van dat moment in redelijkheid niet kan worden gevergd. Daarnaast kan het bestuur bepalen dat – voor zover de statuten dat niet bepalen – het stemrecht slechts kan worden uitgeoefend door middel van een elektronisch stemmiddel.

4.10.

De Wet Tijdelijke Voorzieningen voorziet echter niet in enige basis voor verenigingen om wegens de Corona-problematiek een jaarlijks bijeen te roepen algemene ledenvergadering achterwege te laten. Ook andere wetten voorzien niet in die mogelijkheid. Voor het nalaten van het bestuur van de [naam van de volkstuindersvereniging] om tijdig een ALV bijeen te roepen kan de Corona-problematiek dan ook geen rechtvaardiging vormen. Dat geldt temeer, omdat niet gebleken is dat het bestuur van de [naam van de volkstuindersvereniging] toen al het mogelijke heeft gedaan om (het stemmen op) een ALV plaats te laten vinden via de elektronische (digitale) en/of schriftelijke weg.

4.11.

Omdat er dus niet op tijd een ALV is gehouden in 2021, zijn [gedaagde 2] en [gedaagde 3] van rechtswege geen bestuurslid meer, want ten aanzien van hen is de vierjaarstermijn van artikel 10 lid 3 van de statuten inmiddels verstreken. Mevrouw [persoon A] is momenteel dus nog de enige bestuurder van de [naam van de volkstuindersvereniging] . Uit de procestukken en de toelichtingen ter zitting is gebleken dat de vergadering die op 27 november 2021 geagendeerd staat (mede) is voorbereid door thans niet langer in functie zijnde bestuursleden. De agenda zal ook door hen zijn opgesteld. Dat maakt die agenda ondeugdelijk om op 27 november 2027 behandeld te worden. Dat maakt ook dat deze ALV niet door kan gaan, en er te zijner tijd opnieuw een ALV bijeen moet worden geroepen. Er bestaat dus thans geen basis meer voor de voor 27 november 2021 bijeengeroepen ALV. Het treffen van een ordemaatregel waarbij het bestuur gelast wordt deze vergadering te annuleren ligt daarom in de rede. Om die reden is de vermeerdering van eis toelaatbaar. Dat gedaagden bij hun verweer tegen die vermeerdering van eis in dit verband in relevante mate in hun belangen zijn geschaad, is niet gebleken, zodat aan dat verweer voorbijgegaan wordt.

4.12.

Het primair gevorderde onder 1 zal derhalve aldus worden toegewezen dat het [gedaagde 2] en [gedaagde 3] zal worden verboden met onmiddellijke ingang zich voor te doen als waren zij nog voorzitter en bestuurslid van het bestuur van de [naam van de volkstuindersvereniging] , totdat er een nieuw bestuur is benoemd en zij daarvan als voorzitter respectievelijk lid deel uitmaken.

4.13.

Het primair gevorderde onder 3 (uitschrijving KvK), onder 4 (medewerking intrekking bankmachtigingen) en onder 8 (bevel intrekken bankmachtigingen) zal derhalve eveneens integraal worden toegewezen.

4.14.

Voordat er een nieuwe reguliere ALV in de zin van artikel 15 van de statuten kan worden gehouden, moet er eerst een nieuwe aparte ALV plaatsvinden waarop een nieuwe voorzitter en een nieuw bestuurslid worden benoemd. Dan moet er vervolgens op die vergadering ook een kascommissie worden benoemd. Een kascommissie is namelijk in ieder geval nodig om de statutair vereiste kascontrole uit te voeren, Het door de [naam van de volkstuindersvereniging] c.s. in het geding gebrachte rapport van een accountant (prod. 11a [naam van de volkstuindersvereniging] c.s.) kan niet in de plaats treden van het statutair geregelde onderzoek van uit leden van de vereniging gekozen leden van de kascommissie. Deze kascommissie moet dan vervolgens op een reguliere ALV verslag van haar bevindingen uitbrengen. Zonder deze kascontrole kan er geen décharge plaatsvinden van het bestuur op de reguliere ALV. Zie artikel 17 en artikel 15 lid 6 onder d van de statuten.

4.15.

De hierboven genoemde nieuwe aparte ALV waarop twee nieuwe bestuurders zullen moeten worden benoemd en een nieuwe kascommissie zal, naar het zich thans laat aanzien, moeten worden voorgezeten door een neutrale voorzitter van/via het AVVN, het Algemeen Verbond van Volkstuinders Verenigingen in Nederland.

In afwachting van deze nieuwe aparte ALV is een standstill-termijn noodzakelijk en is er geen reden voor het treffen van verdere maatregelen. Nadat er weer een deugdelijk gekozen bestuur functioneert, is het in eerste instantie aan dat bestuur om orde op zaken te stellen. Het primair gevorderde onder 2, onder 5, onder 6 en onder 7 zal daarom worden afgewezen. Dat geldt ook voor al het subsidiair gevorderde.

Betreffende de vorderingen onder II (“Ten aanzien van de kascontrole”)

4.16.

Zoals hierboven is overwogen, moet er eerst een (nieuwe) kascommissie zijn benoemd voordat er een kascontrole kan worden uitgevoerd. Voor de benoeming door de rechtbank van een onafhankelijke kascontroleur bestaat momenteel dus geen aanleiding. Alle vorderingen onder II zullen dan ook worden afgewezen.

Betreffende de vorderingen onder III (“Ten aanzien van de bijeen te roepen ALV”)

4.17.

Wegens bovengenoemde noodzaak van een standstill-termijn zal vordering 1 worden afgewezen.

4.18.

Zoals hierboven is overwogen, moet er eerst een aparte ALV bijeen worden geroepen voor de benoeming van twee bestuurders en de kascommissie, die zal worden voorgezeten door een neutrale voorzitter. Vordering 2 zal dan ook aldus worden toegewezen

dat het bestuur van de [naam van de volkstuindersvereniging] wordt veroordeeld om binnen vier weken na dit vonnis deze aparte ALV bijeen te roepen en de AVVN te verzoeken haar behulpzaam te zijn met het leveren van een neutrale voorzitter als bedoeld in punt 79 van de dagvaarding.

4.19.

Vordering 3 zal aldus worden toegewezen dat het bestuur van de [naam van de volkstuindersvereniging] zal worden veroordeeld om vervolgens een reguliere ALV bijeen te roepen met reguliere agendapunten, zodra voldaan is aan alle vereisten voor het bijeenroepen van een reguliere ALV, zoals het vereiste dat de kascommissie heeft gerapporteerd.

4.20.

Vordering 4 zal worden toegewezen op de wijze als in het dictum bepaald.

4.21.

Het is aan het bestuur om vast te stellen op welke wijze – ‘fysiek’ of ‘digitaal’ – deze bijeen te roepen ALV’s zullen moeten plaatsvinden, hetgeen, naar het zich thans laat aanzien, mede afhankelijk is van de dan geldende omstandigheden. Voor toewijzing van vordering 5 bestaat derhalve onvoldoende aanleiding, zodat deze vordering zal worden afgewezen.

4.22.

Uit artikel 4 lid 2 van de statuten volgt dat vordering 6 moet worden afgewezen. Het lidmaatschap van de vereniging is persoonlijk. Dat betekent dat een echtgenoot, partner of kind van een lid van de vereniging geen lid is en dus ook geen stemrecht heeft.

4.23.

Voor een correct verloop van het tellen van de stemmen op de ALV vormt de aanwezigheid van een neutrale, dat wil zeggen: van de [naam van de volkstuindersvereniging] onafhankelijke, voorzitter een voldoende waarborg. Omdat er ook overigens geen reden is om nadere voorzieningen te treffen, zal vordering 7 dan ook worden afgewezen.

Betreffende de vordering onder IV en V (dwangsom)

4.24.

Voor het opleggen van deze dwangsommen ziet de voorzieningenrechter momenteel onvoldoende aanleiding, zeker omdat een eventuele executie van een dwangsom tot een verdere escalatie zou kunnen leiden van de spanningen die er al bestaan tussen sommige leden en (het bestuur van) de [naam van de volkstuindersvereniging] . Deze vorderingen worden afgewezen.

Betreffende de vorderingen onder VI (proceskosten)

4.25.

Aangezien beide partijen in aanzienlijke mate in het ongelijk zijn gesteld, zullen de proceskosten worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter

5.1.

verbiedt [gedaagde 2] en [gedaagde 3] met onmiddellijke ingang zich voor te doen als waren zij nog voorzitter en bestuurslid van het bestuur van de [naam van de volkstuindersvereniging] , totdat er een nieuw bestuur is benoemd en zij daarvan als voorzitter respectievelijk lid deel uitmaken;

5.2.

beveelt [gedaagde 2] en [gedaagde 3] om zich binnen twee werkdagen na betekening van dit vonnis als bestuurslid van de [naam van de volkstuindersvereniging] bij de Kamer van Koophandel uit te schrijven;

5.3.

beveelt [gedaagde 2] en [gedaagde 3] alle benodigde medewerking te verlenen aan het bestuur van de [naam van de volkstuindersvereniging] om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis alle bankmachtigingen op naam van [gedaagde 2] en [gedaagde 3] in te trekken;

5.4.

beveelt het bestuur van de [naam van de volkstuindersvereniging] om binnen twee werkdagen na betekening van dit vonnis alle bankmachtigingen van [gedaagde 2] en [gedaagde 3] in te trekken;

5.5.

veroordeelt het bestuur van de [naam van de volkstuindersvereniging] om de voor 27 november 2021 uitgeroepen ALV te annuleren en om binnen vier weken na betekening van dit vonnis een aparte ALV bijeen te roepen waarop geagendeerd staan de agendapunten als hierboven in r.o. 4.14-4.15 benoemd, alsmede de AVVN te verzoeken haar behulpzaam te zijn met het leveren van een neutrale voorzitter als bedoeld in punt 79 van de dagvaarding;

5.6.

veroordeelt het dan zittende bestuur van de [naam van de volkstuindersvereniging] om vervolgens een reguliere ALV bijeen te roepen die moet plaatsvinden met reguliere agendapunten, zodra voldaan is aan alle vereisten voor het bijeenroepen van een reguliere ALV, zoals het vereiste dat de kascommissie heeft gerapporteerd;

5.7.

gebiedt het bestuur van de [naam van de volkstuindersvereniging] om de financiële stukken ten minste twee weken voor de reguliere ALV ter inzage te leggen in het verenigingsgebouw en vervolgens de leden de mogelijkheid te geven tot uiterlijk één week voor de ALV om vragen met betrekking tot deze stukken aan het bestuur te sturen;

5.8.

verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

5.9.

wijst het meer of anders gevorderde af;

5.10.

compenseert de proceskosten, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.