Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 4 september 2017
ECLI:NL:GHARL:2017:7792
In deze zaak laat het hof, in hoger beroep in kort geding, een door de tuchtcommissie van de KNVB opgelegde straft in stand. De tuchtcommissie had niet de (volgens de richtlijnen) gebruikelijke straf van aftrek van 2 winstpunten opgelegd, omdat de overtreding was gemaakt in de nacompetitie en winstpunten niet relevant zijn in de nacompetitie. Daarom was het team uit de nacompetitie gehaald. Het hof vindt dit geen onredelijke straf.
arrest in kort geding van 4 september 2017
in de zaak van
de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid [voetbalvereniging X] ,
appellante in het principaal hoger beroep, geïntimeerde in het incidenteel hoger beroep, in eerste aanleg: eiseres,
tegen: de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid Koninklijke Nederlandse Voetbalbond,
geïntimeerde in het principaal hoger beroep, appellante in het incidenteel hoger beroep, in eerste aanleg: gedaagde, hierna: KNVB,
1Het geding in eerste aanleg
(locatie Utrecht) tussen partijen heeft gewezen.
3 De vaststaande feiten
4Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5De vordering in hoger beroep
6De beoordeling in kort geding
Een besluit van een orgaan van een rechtspersoon is, onverminderd het elders in de wet omtrent de mogelijkheid van een vernietiging bepaalde, vernietigbaar:
a. wegens strijd met wettelijke of statutaire bepalingen die het tot stand komen van besluiten regelen;
c. wegens strijd met een reglement.
Artikel 2:8 BW bepaalt:
1 Een rechtspersoon en degenen die krachtens de wet en de statuten bij zijn organisatie zijn betrokken, moeten zich als zodanig jegens elkander gedragen naar hetgeen door redelijkheid en billijkheid wordt gevorderd.
2 Een tussen hen krachtens wet, gewoonte, statuten, reglementen of besluit geldende regel is niet van toepassing voor zover dit in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.
7De slotsom
8De beslissing