Rb. Amsterdam 25 juni 2018
ECLI:NL:RBAMS:2018:4465
Een vereniging voert een rechtszaak om de contributie te innen. Het lid (althans, diens vader) heeft echter mondeling opgezegd. Het argument van de vereniging, dat alleen schriftelijk kan worden opgezegd, slaagt niet. De vereniging heeft namelijk niet onderbouwd dat die regel zou gelden in de vereniging (en het is geen wettelijke regeling dat opzeggen alleen schriftelijk kan).
vonnis van de kantonrechter
i n z a k e
de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
Amsterdamse Sportvereniging Fortius (A.S.V. Fortius)
nader te noemen: Fortius
t e g e n
[gedaagde]
nader te noemen: [gedaagde]
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten
1. Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staat het volgende vast:
1.1.
[gedaagde] heeft zijn minderjarige zoon, [naam zoon] , in 2015 ingeschreven bij Fortius door middel van het invullen van een inschrijfformulier. Na de inschrijving kon de zoon van [gedaagde] deelnemen aan trainingen en wedstrijden.
1.2.
Op 1 oktober 2016 heeft Fortius een factuur opgesteld van € 185,00.
1.3.
[gedaagde] heeft de factuur niet betaald.
Vordering
2. Fortius vordert dat [gedaagde] bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
a. € 185,00 aan hoofdsom; […]
a. € 185,00 aan hoofdsom; […]
3. Fortius stelt hiertoe, kort en zakelijk weergegeven, dat zij in opdracht en voor rekening van [gedaagde] werkzaamheden heeft verricht en diensten heeft verleend die zien op het geven van trainingen aan de zoon van [gedaagde] en deelneming aan wedstrijden. [gedaagde] is in gebreke gebleven met betaling van de contributie. Uitschrijving kan enkel geschieden door schriftelijke opzegging bij de ledenadministratie. [gedaagde] heeft geen schriftelijke opzegging overgelegd. De mondelinge opzegging bij de jeugdcoördinator is niet rechtsgeldig. De jeugdcoördinator gaat bovendien niet over de ledenadministratie.
Verweer
4. [gedaagde] heeft aangevoerd, kort en zakelijk weergegeven, dat hij het lidmaatschap voor zijn zoon mondeling heeft opgezegd bij de jeugdcoördinator ( [naam jeugdcoördinator] ). Aan [gedaagde] is nimmer kenbaar gemaakt dat hij enkel en alleen schriftelijk zou kunnen opzeggen bij de ledenadministratie. [gedaagde] betwist uitdrukkelijk dat hem bij de ondertekening van het inschrijfformulier zou zijn medegedeeld dat hij zou instemmen met een lidmaatschap voor onbepaalde tijd. [gedaagde] ging er vanuit dat de inschrijving voor een seizoen zou zijn.
Beoordeling
5. [gedaagde] heeft de verschuldigdheid van de gevorderde factuur die ziet op contributie betwist, omdat hij de overeenkomst mondeling zou hebben opgezegd. De mondelinge opzegging wordt door Fortius niet betwist. Fortius stelt dat alleen schriftelijk kan worden opgezegd. Deze stelling wordt door [gedaagde] betwist. Fortius heeft op geen enkele wijze onderbouwd dat alleen schriftelijk kan worden opgezegd. Dit blijkt in ieder geval niet uit het inschrijfformulier. Gelet op het verweer van [gedaagde] had het op de weg van Fortius gelegen om de tussen partijen gesloten overeenkomst dan wel de eventueel toepasselijke (algemene) voorwaarden te overleggen. Dit heeft Fortius nagelaten. Hierdoor is niet vast komen te staan dat alleen schriftelijk kan worden opgezegd en moet er vanuit worden uitgegaan dat het lidmaatschap ook door een mondelinge opzegging kan eindigen. De mondelinge opzegging van [gedaagde] heeft dan ook rechtsgeldig een einde gemaakt aan het lidmaatschap, nog los van het feit dat uit niets blijkt dat de inschrijving van [gedaagde] voor onbepaalde tijd zou zijn. [gedaagde] heeft aangevoerd dat hij in de veronderstelling was dat de inschrijving voor één seizoen zou zijn. De enkele stelling van Fortius dat aan [gedaagde] ten tijde van de inschrijving zou zijn toegezegd dat ondertekening van het formulier een lidmaatschap van onbepaalde tijd teweeg zou brengen, is gelet op de betwisting door [gedaagde] onvoldoende om dat in rechte te kunnen vaststellen.
6. De door Fortius gevorderde factuur wordt gezien het voorgaande afgewezen.
7. Met de afwijzing van de hoofdvordering, dienen de gevorderde wettelijke rente en de vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten eveneens te worden afgewezen.
8. Fortius wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten gevallen aan de zijde van [gedaagde] .
BESLISSING
De kantonrechter:
I. wijst de vordering af;
II. veroordeelt Fortius in de proceskosten gevallen aan de zijde van [gedaagde] , tot op heden begroot op € 60,00 aan salaris gemachtigde, voor zover van toepassing, inclusief btw;