“De wet geeft geen definitie van het begrip ‘orgaan’ van een rechtspersoon. Uit het stelsel van de wet volgt echter dat onder het begrip ‘orgaan’ kan worden verstaan een uit één of meerdere persoon bestaande functionele eenheid die door de wet of de statuten met beslissingsbevoegdheid in aangelegenheden van de betreffende rechtspersoon is bekleed.”
“[eiser = het lid] baseert zijn vorderingen op de artikelen 2:14 en 2:15 BW. Die artikelen gelden alleen voor ‘besluiten van een orgaan van een rechtspersoon’. Partijen zijn het erover eens dat het besluit van het bestuur van de vereniging van 1 augustus 2023 als een besluit van een orgaan van een rechtspersoon is aan te merken. Zij zijn het er echter niet over eens of de beslissing van de Commissie van 2 november 2023 ook als zodanig kan worden gekwalificeerd. De rechtbank zal daarom eerst beoordelen wat de status van (de beslissing van) de Commissie is.”
” Op grond van artikel 15 van de statuten van de vereniging (zie hiervoor onder 2.2) heeft de Commissie een duidelijke welomschreven bevoegdheid om binnen de vereniging een functie te vervullen en een beslissing te nemen. Omdat de Commissie een statutaire basis heeft en een beslissing van de Commissie, zoals de vereniging onweersproken heeft gesteld, bovendien bindend is voor de betrokken partijen, waaronder ook de vereniging, is de rechtbank van oordeel dat de beslissing van de Commissie van 1 november 2023 als een besluit van een orgaan van een rechtspersoon is aan te merken. Dit betekent dat de rechtbank zowel de beslissing van de Commissie van 1 november 2023 als het besluit van het bestuur van de vereniging van 1 augustus 2023 aan de artikelen 2:14 en 2:15 BW kan toetsen.”
Rechtbank Gelderland 29 januari 2025, ECLI:NL:RBGEL:2025:950