De fractie als afdeling van de vereniging (?)

Rechtbank Oost-Brabant 7 november 2024, ECLI:NL:RBOBR:2024:5264

“Daar waar de vordering van Helder Helmond ziet op door haar gestelde dubieuze betalingen die [gedaagde] zou hebben verricht vanaf de fractierekening, is Helder Helmond eveneens ontvankelijk in haar vordering. De fractie is geen rechtspersoon maar moet worden beschouwd als een afdeling van de vereniging Helder Helmond.¹

Het Huishoudelijk Reglement van Helder Helmond bevat in hoofdstuk 8 (zie hierboven onder randnummer 2.4) regelingen over de fractie waaraan de leden van de fractie zijn gebonden. Gelet op artikel 5 Huishoudelijk Reglement van oktober 2007 en vervolgens artikel 33 lid 2 Huishoudelijk Reglement van 21 januari 2021 is elk lid van de fractie in een bestuursvergadering of een ALV gehouden verantwoording af te leggen. Het standpunt van [gedaagde] dat hij geen enkele verantwoording aan Helder Helmond hoeft af te leggen, is dan ook onjuist. Als fractielid is [gedaagde] verantwoording verschuldigd jegens Helder Helmond en dat geldt ook ten aanzien van (het beheer van) de fractierekening. Dat de fractie(-penningmeester) daarnaast op grond van eerdergenoemde Verordening ook verantwoording verschuldigd is aan de gemeente Helmond en dat (een) fractie(leden) in politiek opzicht autonoom van de politieke partij kan/kunnen opereren -zoals door [gedaagde] gesteld- doet daar niet aan af.

Voor zover [gedaagde] betalingen heeft verricht van de bankrekening van de fractie nadat hij zijn lidmaatschap van Helder Helmond op 2 juni 2021 had opgezegd, was hij weliswaar niet meer gebonden aan het Huishoudelijk Reglement, maar kunnen die betalingen wel onrechtmatig zijn jegens Helder Helmond indien ze onbevoegd en/of zonder toestemming zijn verricht.”

(1) vgl. ook: Mr. K.H.M. de Roo en mr. J. Nijland: “De fractie als verlengstuk van een politieke vereniging”, Maandblad voor Ondernemingsrecht 2022, nr. 3, p 59-61.

† Ik weet niet of deze overweging helemaal juist is. Wel kan de vereniging/partij verplichtingen opleggen aan verenigingsleden die via de lijst van de vereniging (onder de naam van de vereniging dus) in de Gemeenteraad zitten, denk ik, en/of kunnen er verplichtingen via art. 2:8 lid 1 BW zijn.

Een lid mag in vergaderingen kritisch zijn

Rechtbank Amsterdam 6 november 2024, ECLI:NL:RBAMS:2024:6548

Een lid wordt geroyeerd (ontzet).

“Het bestuur van [gedaagde = de vereniging ] heeft ten eerste bij het besluit de eigen procedureregels niet gevolgd. Op grond van 16, derde lid, van de statuten, gezien in combinatie met artikel 15, vierde lid, van de statuten, bestond voor het bestuur van [gedaagde] namelijk pas de mogelijkheid tot ontzetting van [eisers] als leden van [gedaagde] over te gaan nadat het bestuur [eisers] eerst schriftelijk op hun verzuim had gewezen en hun een maand te tijd had gegeven om alsnog aan hun verplichtingen te voldoen. Er staat in het vierde lid van artikel 15 van de statuten immers “wordt niet tot opzegging (lees hier: ontzetting) overgegaan dan nadat het lid schriftelijk op zijn verzuim is gewezen” (zie 2.3). Een dergelijke brief heeft het bestuur niet voorafgaande aan het besluit van 6 juni 2023 aan [eisers] verzonden. Op grond van de statuten, de eigen regels van [gedaagde] , bestond er op 6 juni 2023 dus nog niet de bevoegdheid om [eisers] als leden te ontzetten. Omstandigheden op grond waarvan het gerechtvaardigd was om hier van de eigen regels af te wijken, zijn niet gesteld noch gebleken. “

Daar komt bij dat ook uit artikel 2 van het huishoudelijk reglement volgt dat het bestuur, als het voornemens is om tot ontzetting over te gaan, tijdig het betreffende lid schriftelijk vooraf van dit voornemen op de hoogte moet stellen, dat het betreffende lid dan binnen twee weken tegen het voornemen bezwaar kan maken en dan gehoord wordt indien dat in het bezwaarschrift wordt gevraagd. Die mogelijkheid tot hoor en wederhoor heeft het bestuur van [gedaagde] aan [eisers] ontnomen door zonder enige voorafgaande schriftelijke waarschuwing tot ontzetting over te gaan. Het besluit van 6 juni 2023 is dus ook in strijd met het huishoudelijk reglement genomen.

” Een lid van een vereniging heeft recht op vrijheid van meningsuiting en mag dus in vergaderingen kritisch op het bestuur zijn. Voor ontzetting als lid is nodig dat [eiser] met zijn uitingen en gedragingen de vereniging op onredelijke wijze heeft benadeeld. Dat heeft [gedaagde] onvoldoende onderbouwd.””

De slotsom is dat [gedaagde] onvoldoende heeft onderbouwd dat [eisers] zodanig in strijd met de statuten of het huishoudelijk reglement hebben gehandeld dat op grond daarvan [gedaagde] in redelijkheid heeft kunnen besluiten om hun als lid te royeren.