Kernpunten
- De motorclub Caloh Wagoh wordt verboden op grond van artikel 2:20 BW. Dat stuk van de uitspraak zal ik niet bespreken. Een vraag die opkomt, is of de lokale chapters ook onder het verbod vallen.
- Afdelingen van een verboden verklaarde vereniging vallen ook onder het verbod, tenzij die afdelingen zelf rechtspersonen zijn. Afdelingen zijn rechts personen (ten minste) in het geval dat ze een informele vereniging zijn. De vraag is dus of de afdelingen in kwestie een informele vereniging zijn.
- “Het OM stelt dat de lokale chapters geen informele verenigingen zijn. De zes belanghebbenden verweren zich tegen deze stelling. Naast – kort gezegd – het hebben van een interne organisatiestructuur (zoals het hebben van leden en een lokaal bestuur) is voor het aannemen van het bestaan van een informele vereniging vereist dat die vereniging als zelfstandige eenheid naar buiten toe optreedt en deelneemt aan het rechtsverkeer. De zes belanghebbenden geven twee argumenten waarom volgens hen aan dit vereiste is voldaan voor de lokale chapters: (1) op hun colors staat ook de naam van hun lokale chapter en (2) op de website van Caloh Wagoh, die tot voor kort bestond, werd naar de lokale chapters verwezen.” De rechtbank oordeelt dat deze twee feiten echter niet voldoende zijn om te zeggen dat dat de lokale chapters als zelfstandige eenheid naar buiten toe optreden en deelnemen aan het rechtsverkeer. De afdelinge vallen dus ook onder het verbod.
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBMNE:2021:1484
Chapters van Caloh Wagoh vallen onder het verbod
Een verbod van een vereniging op grond van artikel 2:20 lid 1 BW betekent niet dat onder dat verbod ook de afdelingen van die vereniging vallen die zelf een rechtspersoon zijn [voetnoot 10: Arrest Hoge Raad 24 april 2020, ELCI:NL:HR:2020:797 (Bandidos), r.o. 3.4.3.]. Artikel 2:20 lid 1 BW moet worden uitgelegd in het licht van de in de Grondwet en het EVRM gewaarborgde vrijheid van vereniging en vrijheid van meningsuiting. Door een verbod op de voet van artikel 2:20 lid 1 BW wordt immers een ernstige inbreuk gemaakt op deze vrijheden. Daaraan mag slechts in het uiterste geval worden toegekomen (zie hiervoor).
Dit betekent dat artikel 2:20 lid 1 BW strikt moet worden uitgelegd. Artikel 2:20 lid 1 BW bepaalt dat een rechtspersoon waarvan de werkzaamheid in strijd is met de openbare orde, op verzoek van het OM verboden wordt verklaard en ontbonden. Als het OM verzoekt dat een rechtspersoon verboden wordt verklaard en ontbonden, kan dat verzoek, gelet op deze strikte uitleg, dus uitsluitend ten aanzien van die rechtspersoon worden toegewezen. Toewijzing van een dergelijk verzoek heeft dus niet tot gevolg dat daarmee ook een andere rechtspersoon wordt verboden. Dat zou zich ook niet verdragen met het uit artikel 6 EVRM voortvloeiende recht van die andere rechtspersoon om zich in rechte te kunnen verdedigen tegen een verzoek van het OM dat rechtsgevolg kan hebben voor zijn eigen voortbestaan.
a Deze omstandigheden zijn echter onvoldoende om te kunnen concluderen dat de lokale chapters als zelfstandige eenheid naar buiten toe optreden en deelnemen aan het rechtsverkeer. De naam van het chapter op de voorkant van de colors is daarvoor onvoldoende onderscheidend. In de openbare ruimte zal een lid van Caloh Wagoh in full colors niet worden herkend als lid van één van de lokale chapters van Caloh Wagoh, maar als lid van Caloh Wagoh. Het feit dat op de website van Caloh Wagoh naar de lokale chapters werd verwezen, is verder ook onvoldoende om aan te nemen dat de lokale chapters naar buiten toe optreden. Andere feiten en omstandigheden waaruit volgt dat de lokale chapters als zelfstandige eenheid naar buiten toe optreden en deelnemen aan het rechtsverkeer, hebben de zes belanghebbenden niet aangevoerd en zijn ook overigens niet gebleken. De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat de lokale chapters geen informele verenigingen zijn en daarom onder het verbod van Caloh Wagoh vallen.