” Eind 2006/begin 2007 heeft [eiseres] , samen met drie anderen, onder wie
[naam 1] , een netwerk voor vastgoedvrouwen opgericht. [De vereniging] is in dat kader formeel opgericht op 19 maart 2008. Bij de akte van oprichting is [eiseres] voor een periode van 3 jaar benoemd als bestuurder (penningmeester) van [de vereniging].” “Sinds de oprichting van [de Vvereniging] heeft het bestuur – in strijd met de statuten – geen jaarstukken opgemaakt, is er geen kascommissie benoemd en is niet jaarlijks verantwoording afgelegd aan de ALV. (Er werden helemaal geen ALV’s gehouden).” ” Tussen [eiseres] enerzijds en [gedaagden] anderzijds is in de loop van 2018 onenigheid ontstaan over het beheer van de financiën van [de vereniging] en over door [eiseres] opgenomen bedragen van de bankrekening van [de vereniging] , die zij beheerde.”
Oprichter Eiseres wordt afgezet, ‘gedaagden’ vormen nu het bestuur. Eiseres vordert rectificatie van een email die het nieuwe bestuur heeft gestuurd aan alle leden. Het conflict gaat over de cash opnames van in totaal E 54.000 die eiseres in de loop der jaren heeft gedaan.
“e-mail hebben [gedaagden] immers in zakelijke bewoordingen uiteengezet dat van de verenigingsrekening gelden zijn afgeboekt die volgens hen niet zakelijk zijn en waarvoor geen deugdelijke onderbouwing aanwezig is. Ook staat erin vermeld dat zij aangifte hebben gedaan bij de politie. Deze tekst is niet onjuist. Wel kan uit de omstandigheid dat [gedaagden] aangifte hebben gedaan worden afgeleid dat [eiseres] zich naar hun mening schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit. Dit houdt weliswaar een ernstige beschuldiging in, maar [gedaagden] hebben voldoende argumenten aangedragen om hun visie op dit punt te onderbouwen. Van een lichtvaardige – uit de lucht gegrepen – beschuldiging is dan ook evenmin sprake. Anderzijds kan, gelet op het verweer van [eiseres] , ook niet op voorhand worden aangenomen dat [eiseres] zich ten koste van [gedaagde sub 1] heeft verrijkt. Mogelijk zal uit nader onderzoek blijken dat dit niet het geval is, omdat door [eiseres] privé in het verleden voorgeschoten bedragen tegen de later opgenomen bedragen kunnen worden weggestreept, of deze zelfs overtreffen. Van belang is dat tijdens de ALV is besloten dat daarnaar door een onafhankelijke derde nader onderzoek zal worden verricht. Daarnaast hebben [gedaagden] ter zitting meegedeeld dat op afzienbare termijn een tweede ALV zal worden gehouden, waarbij een kascommissie zal worden benoemd.”
De rechtbank vorder de rectificatie af. Naar mijn mening laat de uitspraak zien dat het houden van ALV’s beter niet achterwege kan worden gelaten.
De volledige tekst van de uitspraak staat op ECLI:NL:RBAMS:2019:3884