Vonnis in kort geding van 12 december 2014
in de zaak van de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
DE STICHT GOOISE WANDELSPORT BOND ,
eiseres, tegen
de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
NEDERLANDSE WANDELSPORT BOND ,
gedaagde,
Partijen zullen hierna de SGWB en de NWB genoemd worden.
2De feiten
2.1.
De NWB is een nationale wandelsportbond. De SGWB is, samen met andere regionale wandelsportbonden, lid van de NWB.
2.2.
Wandelaars kunnen, al dan niet via lokale wandelsportorganisaties, lid worden van een regionale wandelsportbond. Zij kunnen er ook voor kiezen om (naast of in plaats van hun lidmaatschap bij een regionale wandelsportbond) rechtstreeks lid te worden van de NWB.
2.3.
In de Akte van Statutenwijziging van de NWB van 29 december 2011 is het volgende bepaald:
“ Artikel 3.
3. De NWB stelt zich ten doel het organiseren en het beoefenen van de wandelsport te bevorderen en alles te doen wat hiertoe kan leiden of bevorderlijk kan zijn, een en ander genomen in de ruimste zin van het woord.
(…).
Artikel 5.
LEDEN
5. De NWB kent als leden:
a. ereleden;
b. leden van verdienste;
c. bestuursleden;
d. regionale wandelsportbonden, hierna te noemen regionale bonden;
e. landelijke en/of regionale organisaties, hierna te noemen aangesloten organisaties;
f. rechtstreekse leden;
g. bijzondere leden.
Artikel 6.
DEFINITIES VAN DE LEDEN
(…).
6.4.
Een regionale bond is een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid die zich richt op een door de NWB vastgesteld geografisch omschreven gebied.
(…).
6.6.
Rechtstreekse leden zijn natuurlijke personen:
a. woonachtig in gebieden waar met inachtneming van het hiervoor in artikel 6.4 bepaalde geen regionale bond, aangesloten bij de NWB, vertegenwoordigd is;
b. buiten Nederland woonachtig (tenzij lid van een regionale bond); of
c. die hebben verklaard te kiezen voor het rechtstreekse lidmaatschap van de NWB. ”
2.4.
In artikel 3 van het Huishoudelijk reglement van de NWB is het volgende bepaald:
3.1.
Regionale bonden zijn verplicht ter kennis van hun leden te brengen dat statuten, huishoudelijk reglement en andere reglementen, bepalingen en besluiten van de NWB op hen van toepassing zijn.
3.2.
Regionale bonden moeten (aanvullende) ledenopgaven met vermelding van de ingangsdatum en wat betreft de leden-natuurlijke personen de gegevens met betrekking tot de voornaam, de achternaam, het adres, de woonplaats met de postcode (de zo genaamde NAW-gegevens), het geslacht en de geboortedatum) uiterlijk op de door de NWB aan te geven data inzenden aan de NWB.
(…) .”
2.5.
Omdat de SGWB lid is van de NWB ontvangen wandelaars die (al dan niet via een lokale wandelsportorganisatie) lid zijn van de SGWB, het magazine ‘Wandelen’ en het landelijk wandelprogramma (hierna: LWP), dat wordt uitgegeven door de NWB en de Koninklijke Nederlandse Bond voor Lichamelijke Opvoeding-Wandelsportorganisatie Nederland (hierna: KNBLO-NL), de andere nationale wandelsportbond. In het LWP is informatie opgenomen over alle wandeltochten en evenementen van de NWB en de KNBLO-NL. Aangesloten wandelaars ontvangen korting op die wandeltochten en evenementen.
2.6.
De NWB heeft het voornemen om, samen met de bij haar aangesloten regionale bonden die hier positief tegenover staan, op 1 januari 2015 te fuseren met de KNBLO-NL. De nieuwe bond zal de Koninklijke Wandel Bond Nederland (hierna: KWBN) gaan heten.
2.7.
Anders dan de meeste andere regionale wandelbonden heeft de SGWB zich tegenstander van de fusie getoond. Een meerderheid van de aanwezige leden op de algemene ledenvergadering van de SGWB van 17 mei 2014 heeft gestemd voor een zelfstandig voortbestaan van de SGWB en opzegging van het lidmaatschap van de SGWB bij de NWB als de fusie tussen de NWB en de KNBLO-NL doorgang zal vinden.
2.8.
Op 6 augustus 2014 hebben de NWB en de SGWB gezamenlijk vergaderd over de gevolgen van dit besluit van de SGWB. In de conceptnotulen van deze vergadering is het volgende vermeld:
“ 1. Opening
De voorzitters van beide besturen benadrukken nogmaals dat, in opdracht en in belang van beider verenigingen, zij alle openstaande punten op deze vergadering ‘netjes’ willen oplossen.
9Overstappende leden (individuele leden en verenigingen)
(…).
Op dit moment zijn er een aantal individuele leden die aan hebben gegeven dat zij lid willen worden van de NWB. Er zijn ook een aantal verenigingen die inmiddels lid zijn geworden van de NWB. (…). Het is aan de leden zelf om zich af te melden bij de SGWB. Men kan ook lid zijn van meerdere verenigingen (c.q. bonden). (…). ”
2.9.
In de conceptnotulen van de bestuursvergadering van de NWB van 8 oktober 2014 is het volgende vermeld:
“ 7. Voortgang fusieproces met KNBLO-NL
a. Voortgang proces
(…).
b. Afhandeling SGBW
Er is 1 ½ maand geleden een gesprek tussen het bestuur van de NWB en de SGWB geweest en daarin zijn afspraken gemaakt. Er zijn nog stukken volgens afspraak nagezonden. De stukken zijn aangeleverd omdat de SGWB deze nodig heeft om hun leden te informeren (…).
De SGWB heeft haar leden tot op heden niet geïnformeerd over de consequenties van de verzelfstandiging. NWB vind dat zij zelf uiteindelijk de leden wel moet informeren als zorgplicht indien de SGWB dit niet doet. NWB zal dan in november een mailing sturen naar de individuele leden.
(…). ”
2.10.
Bij brief van 18 november 2014 heeft de NWB het volgende laten weten aan leden van de SGWB:
“ Zoals u wellicht heeft gehoord of gelezen heeft uw regionale bond de SGWB in haar ledenvergadering van 21 mei 2014 besloten om zelfstandig door te gaan en zich niet aan te sluiten bij de fusie van alle regiobonden, KNBLO-NL en de NWB. De nieuwe bond wordt per 1 januari KWBN (Koninklijke Wandel Bond Nederland). (…). Per 1 januari 2015 zal de SGWB door de beslissing van haar ledenvergadering niet langer onderdeel uitmaken van een landelijke wandelbond.
Voor u als lid van de SGWB zal dit helaas consequenties hebben. U ontvangt bijvoorbeeld niet meer zoals u gewend was het blad NWB wandelen, het Landelijk Wandelprogramma (LWP) en de korting bij de landelijke wandeltochten.
Als u wel het magazine, het LWP en de korting wenst te ontvangen dan kunt u nu rechtstreeks lid worden van de NWB. Indien u zich voor 1 december a.s. aanmeldt voor het lidmaatschap 2015 dan ontvangt u wel het LWP 2015 met daarin alle wandeltochten van KWBN van het jaar 2015, u krijgt in 2015 het magazine toegestuurd en u behoudt de korting bij de wandeltochten van de KWBN. (…).
Indien u wilt opzeggen voor het jaar 2015 bij de SGWB dan dient u uw lidmaatschap bij de SGWB vóór 1 december 2014 op te zeggen bij het secretariaat van de SGWB door een e-mail te sturen naar ledenadministratie@sgwb.nl. Beschikt u niet over e-mail dan volstaat een briefje. Dit kunt u aan het bondsbureau van de Nederlandse Wandelsport Bond richten. Het adres vindt u bovenaan deze brief. Wij zorgen er dan voor dat uw opzegging terecht komt bij de SGWB.
Om vervolgens lid te worden van de NWB kunt u uw aanmelding doen via onze website www.nwb-wandelen.nl/lid worden, of contact opnemen met het bondsbureau via e-mail info@nwb-wandelen.nl of tijdens kantooruren telefonisch via telefoonnummer 030-2319458. Nadat u overgestapt bent ontvangt u van ons weer wat u voorheen gewend was.
2.11.
Vorig jaar waren circa 9.000 wandelaars lid van de SGWB. Ongeveer 500 leden hebben na de ontvangst van voormelde brief hun lidmaatschap van de SGWB opgezegd.
3Het geschil en de beoordeling daarvan
3.1.
De SGWB heeft gevorderd dat de voorzieningenrechter de NWB bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad op de minuut en op alle dagen en uren zal veroordelen tot:
- –
betaling van € 5.000,00, bij wijze van voorschot op nader bij staat op te maken schade,
- –
het uiterlijk twee dagen na betekening van dit vonnis publiceren en aan al zijn leden versturen van een rectificatie, die de instemming van de SGWB heeft, waarin expliciet dient te worden benadrukt dat een lidmaatschap van beide verenigingen mogelijk is en waarin de NWB erkent onrechtmatig en onsportief te hebben gehandeld door op te roepen het lidmaatschap van de SGWB op te zeggen en onjuiste, althans onvolledige informatie te hebben verstrekt,
- –
mededeling aan de SGWB-leden die de NWB hebben verzocht hun lidmaatschap van de SGWB op te zeggen, dat de NWB niet tot uitvoering daarvan over mag gaan,
- –
betaling van een dwangsom van € 2.500,00 voor elke dag of deel daarvan dat de NWB niet voldoet aan de vorenbedoelde rectificatie en mededeling,
- –
betaling van de proceskosten, waaronder de nakosten, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis, bij gebreke waarvan deze kosten zullen worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag.
3.2.
De SGWB heeft aan deze vordering ten grondslag gelegd dat de NWB voor de verzending van de brief van 18 november 2014 onrechtmatig gebruik heeft gemaakt van de ledenbestanden van de SGWB, omdat die slechts tot haar beschikking staan om het magazine ‘NWB Wandelen’ te kunnen verspreiden en de leden van de SGWB van relevante informatie te kunnen voorzien, niet om hen te bewegen tot het opzeggen van hun lidmaatschap. Door de leden van de SGWB te bewegen tot het opzeggen van hun lidmaatschap heeft de NWB bovendien gehandeld in strijd met de tussen haar en de SGWB gemaakte afspraken, waaronder de afspraak om “niet in elkaars vijver te vissen”. Ook dat is onrechtmatig jegens de SGWB. De SGWB lijdt bovendien schade, omdat haar leden gehoor geven aan de oproep tot het opzeggen van hun lidmaatschap.
3.3.
De NWB heeft verweer gevoerd. Dat verweer komt erop neer dat het bestuur van de SGWB haar leden, ondanks herhaald verzoek daartoe door de NWB, onvoldoende heeft geïnformeerd over de gevolgen van het besluit tot verzelfstandiging. Het laatste verzoek is op 9 november 2014 telefonisch geuit, aldus de NWB. De NWB heeft uiteengezet dat de leden van de SGWB, als lid van de NWB, na de fusie van rechtswege lid zullen zijn van de KWBN en dat zij derhalve contributie zullen moeten voldoen aan de KWBN. Daar staan dan alle voordelen van dit lidmaatschap (het magazine ‘Wandelen’, het LWP en de korting op wandeltochten en evenementen) tegenover. Maar de leden van de SGWB zullen na de verzelfstandiging van de SGWB ook aan de SGWB contributie moeten afdragen. Als zij niet overgaan tot opzegging van één van beide lidmaatschappen, zullen zij derhalve geconfronteerd worden met extra kosten. Nu betalen de leden van de SGWB namelijk slechts één jaarlijks contributiebedrag, dat door de SGWB en de NWB wordt verdeeld. Omdat de SGWB haar leden hierover – volgens de NWB ten onrechte – niet heeft geïnformeerd, heeft de NWB, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 van haar statuten, gemeend die noodzakelijke informatie zelf te moeten verstrekken aan de circa 850 SGWB-leden die geen lid zijn van een lokale wandelsportorganisatie en die dus geen informatie hebben ontvangen van een lokale wandelsportorganisatie. Alleen aan deze circa 850 leden van de SGWB heeft zij de brief van 18 november 2014 verzonden, aldus de NWB.
3.4.
De NWB heeft voorts aangevoerd dat zij ingevolge artikel 3 van haar huishoudelijk reglement over de NAW-gegevens van deze 850 aangeschreven leden beschikt en dat zij deze gegevens daarom niet onrechtmatig heeft gebruikt. Ook heeft zij niet in strijd gehandeld met de gestelde tussen partijen gemaakte afspraak om niet “in elkaars vijver te vissen”, omdat een dergelijke afspraak, die ook niet in de conceptnotulen is vermeld, volgens haar niet is gemaakt. Zo’n afspraak zou volgens de NWB ook onzinnig zijn geweest, aangezien de aangeschreven leden immers ook lid zijn van de NWB. Tot slot heeft de NWB aangevoerd dat eventuele schade van de SGWB niet kan worden toegerekend aan de NWB.
3.5.
De SGWB heeft in reactie op het verweer van de NWB naar voren gebracht dat zij haar leden wel degelijk, en bij herhaling, afdoende heeft geïnformeerd over de gevolgen van de fusie. Zo heeft zij haar leden in mei 2014 uitgenodigd voor een extra ledenvergadering, waar zij haar leden heeft laten weten dat zij na de verzelfstandiging het magazine ‘Wandelen’ en het LWP niet meer zouden ontvangen, en heeft zij hen laten weten dat de contributie in 2015 op het niveau van 2014 zal blijven. Ook in een extra vergadering op 4 november 2014 zijn de leden nog eens geïnformeerd, al heeft de focus toen gelegen op wat de SGWB haar leden na de verzelfstandiging zelf te bieden heeft. Hoewel de korting op LWP-activiteiten zal komen te vervallen, zullen de leden na de verzelfstandiging namelijk nog steeds wandelinformatie ontvangen, vergelijkbaar met het LWP, maar dan van de SGWB zelf. Dat heeft de SGWB hen op 4 november 2014 laten weten. Verder heeft zij haar leden bij die gelegenheid een presentatie gegeven over het strategisch plan. De opkomst op deze vergadering was beduidend hoger dan normaal, zeker 60 à 70 personen zijn hier naartoe gekomen. Desgevraagd heeft de SGWB gesteld niet te weten welke informatie de onder haar ressorterende lokale wandelsportorganisaties aan hun leden hebben verstrekt met betrekking tot de verzelfstandiging van de SGWB, maar dat is haars inziens niet van belang, aangezien zij deze leden zelf afdoende heeft geïnformeerd. De SGWB heeft erkend dat circa 850 van haar leden niet aangesloten zijn bij een lokale wandelsportorganisatie.
3.6.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter had het primair op de weg van de SGWB zelf, de zich afscheidende bond, gelegen om haar leden tijdig voor te lichten over de precieze gevolgen daarvan. De voorzieningenrechter overweegt dat de SGWB niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij voldoende informatie heeft gegeven. Gesteld noch aannemelijk is immers geworden dat de door SGWB verstrekte informatie meer leden heeft bereikt dan de 60 à 70 die aanwezig zijn geweest op de ingelaste extra ledenvergaderingen van 17 mei en 4 november 2014. Dat is minder dan 1% van het totale ledental van de SGWB. Nu de SGWB in dit verband bovendien ter zitting heeft medegedeeld niet te weten of (en zo ja, hoe) de lokale wandelsportorganisaties hun leden hebben geïnformeerd, acht de voorzieningenrechter het niet voldoende aannemelijk dat het merendeel van de leden van de SGWB voldoende is geïnformeerd over de gevolgen die de verzelfstandiging van de SGWB voor hen zal hebben. Het vermoeden van onvoldoende informatieverstrekking door de SGWB op dit punt wordt versterkt door de omstandigheid dat circa 500 van de 850 leden die de brief van 18 november 2014 hebben ontvangen, hebben gereageerd met opzegging van hun lidmaatschap van de SGWB. Gelet op de inhoud van die brief acht de voorzieningenrechter het aannemelijk dat deze leden zich tot dat moment niet hadden gerealiseerd dat SGWB-leden vanaf 2015 geen recht meer zullen hebben op de korting op de wandeltochten en evenementen van de NWB/KNBLO-NL (KNWB), terwijl die korting, naar de voorzieningenrechter begrijpt, toch een wezenlijk element is van het lidmaatschap van een wandelvereniging of -bond.
3.7.
Bij gebreke van voldoende tijdige voorlichting door de SGWB is het begrijpelijk dat de NWB heeft gemeend die informatie zelf te moeten verstrekken, in ieder geval aan die leden die niet kunnen zijn geïnformeerd door hun lokale wandelsportorganisatie. Dat geldt temeer nu de NWB onbetwist heeft aangevoerd dat artikel 3 van haar statuten daartoe noopt. Dat de NWB de bewuste brief heeft verzonden, kan haar dan ook niet worden tegengeworpen, zodat het gestelde onrechtmatig handelen niet kan worden aangenomen. Datzelfde geldt met betrekking tot het gebruik van de ledenbestanden van de SGWB. Ook dat kan de NWB niet worden tegengeworpen, nu voldoende aannemelijk is dat de leden van de SGWB ook gebonden zijn aan de statuten en reglementen van de NWB. Dat in de brief van 18 november 2014 niet is vermeld dat een lidmaatschap van zowel de SGWB als de fusiebond mogelijk is, terwijl partijen daarover wel overeenstemming hadden bereikt, maakt het voorgaande niet anders. Aldus moeten de vorderingen van SGWB worden afgewezen.