Notulen niet ondertekenen (Continental / Speelautomaten)

Gerechthof Amsterdam 18 december 2012  LJN BY7740 (Continental / VAN)
Hoge Raad (art. 80a RO) 1 november 2013 ECLI:NL:HR:2013:1087 (Continental / VAN)

Hoewel in de praktijk de begroting vaak even belangrijk is als het financieel jaarverslag, of zelfs belangrijker voor de leden van een vereniging, is de vaststelling van het financieel jaarverslag tamelijk uitgebreid geregeld in de wet (2:48 BW) en de vaststelling van de begroting niet. In dit geval neemt het lid kennelijk aan dat ook de begroting door de bestuurders moet worden ondertekend, wat geen wettelijke en in dit geval ook geen statutaire verplichting is.

Arrest Hoge Raad: niet-ontvankelijk art. 80a RO

ARREST
in de zaak van:
CONTINENTAL AUTOMATEN B.V., APPELLANTE,
t e g e n
de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
VAN-SPEELAUTOMATEN BRANCHE-ORGANISATIE, GEÏNTIMEERDE,


… 2. Waarvan het hof uitgaat

2.1 VAN is een brancheorganisatie voor (onder meer) exploitanten van speelautomaten in Nederland. De brancheorganisatie is onderverdeeld in drie sectoren, de Sectie Exploitanten in de Horeca, de Sectie Amusementscentra en de Sectie Handel. Continental is lid van VAN, meer specifiek van de Sectie Exploitanten in de Horeca.

2.2 Artikel 5 lid 4 van de statuten van VAN luidt, voor zover nu van belang:

De leden zijn verplicht tot het betalen van een jaarlijkse contributie, die door elke Sector Ledenvergadering zal worden vastgelegd, met inachtneming van het hierna bepaalde. De leden kunnen hiertoe in contributie-categorieën worden ingedeeld. De contributie zal door de Sector Ledenvergadering zodanig worden vastgesteld dat vijfenveertig procent (45%) van de contributiebehoefte, vastgesteld met inachtneming van het bepaalde in de volgende zin, wordt opgebracht door de Sectie Exploitanten in de Horeca, vijfenveertig procent (45%) door de Sectie Amusementscentra en tien procent (10%) door de sectie Handel. Het Bestuur stelt in de begroting de totale contributie-behoefte voor het komende jaar vast. Indien de contributie-behoefte voor enig komend jaar meer dan tien procent (10%) hoger blijkt dan in het lopende jaar legt het Bestuur het besluit tot vaststelling van de begroting tevoren ter goedkeuring voor aan iedere Sectie.

Artikel 13 van de statuten bepaalt:

13.1 De vereniging wordt behoudens bijzondere geregelde bevoegdheden vertegenwoordigd door het Bestuur, alsmede door de voorzitter en een ander lid van het Bestuur gezamenlijk handelend.
Iedere vertegenwoordigingshandeling veronderstelt een daaraan ten grondslag liggend bestuursbesluit.
13.2 Bij ontstentenis van één van hen of beiden dan wel in geval van een tegenstrijdig belang met de vereniging of haar organen wijst het Bestuur één respectievelijk twee van zijn leden als plaatsvervanger aan.
13.3 Het Bestuur kan aan één of meer derden, waaronder begrepen leden van het Bestuur procuratie verlenen. Bij het besluit tot verlening van de procuratie wordt de omvang van de volmacht vastgesteld, tevens kan de betrokkene een titel worden toegekend. Een besluit, als bedoeld in dit lid, moet worden vastgelegd in een schriftelijk en goedgekeurd verslag van een vergadering van het Bestuur.

Artikel 19 van de statuten van VAN luidt, voor zover hier van belang:

19.1 Het Bestuur brengt op de jaarlijkse Algemene Ledenvergadering binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de Algemene Ledenvergadering, een jaarverslag uit over de gang van zaken in de vereniging en over het gevoerde beleid. Het legt de balans en de staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de Algemene Ledenvergadering over. Deze stukken worden ondertekend door de leden van het Bestuur; ontbreekt de ondertekening van een of meer van hen, dat wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt. Indien het Bestuur, op grond van het bepaalde in artikel 5, lid 4, de begroting ten vaststelling voor dient te leggen aan iedere Sectie, dien het deze tevens ter vaststelling voor te leggen aan de Algemene Ledenvergadering. De Algemene Ledenvergadering benoemt jaarlijks een accountant, als bedoeld in artikel 393, lid 1, boek 2 Burgerlijk Wetboek, teneinde de in dit lid bedoelde stukken te controleren. De accountant legt zijn bevindingen in een verklaring neer. De verklaring van de accountant wordt aan de Algemene Ledenvergadering overgelegd. Goedkeuring door de Algemene Ledenvergadering van de in dit lid bedoelde stukken strekt het Bestuur tot decharge voor zijn Bestuur, tenzij de vergadering een voorbehoud maakt.

2.3 Over de jaren 2008, 2009 en 2010 heeft VAN Continental respectievelijk € 13.770,01, € 14.114,27 en € 14.114,27 aan contributie aan Continental in rekening gebracht.

2.4 In dit geding vordert VAN – in hoofdzaak – betaling van het restant van die contributie met rente en kosten. Continental vordert terugbetaling van door haar in het verleden betaalde contributie.

2.5 De rechtbank heeft de vordering van VAN grotendeels toegewezen en de vordering van Continental afgewezen.

3. Behandeling van het hoger beroep

3.1 Het hof slaat geen acht op de producties die bij memorie van antwoord zijn overgelegd nu Continental niet in de gelegenheid is geweest hierop te reageren.

3.2 Volgens Continental vloeit uit artikel 5.4 van de Statuten voort dat het Bestuur van VAN de totale contributie vaststelt voor het alsdan komende jaar. Het Bestuur heeft nooit de contributiebehoefte in een begroting vastgesteld. Daarom is ook niet traceerbaar of sprake is van een overschrijding van de contributie van het voorgaande jaar met 10%, aldus Continental (grief I). Er zijn ook geen (ondertekende) begrotingsbesluiten van het Bestuur overgelegd (grieven II en III). Dat uit notulen zou blijken dat over begrotingen is gesproken, betekent niet dat de leden van de Sectie Exploitanten daarmee hebben ingestemd. Bovendien zijn de notulen van de vergadering niet ondertekend, aldus Continental (grief IV). Uit artikel 19 van de Statuten vloeit bovendien voort dat de, door de leden van het Bestuur ondertekende, Balans en de Staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de Algemene Ledenvergadering moeten worden voorgelegd ter vaststelling. Daaruit blijkt volgens Continental dat het besluit tot vaststellen van de begroting, dat onderdeel uitmaakt van genoemde stukken, ook moet worden ondertekend (grief V).

3.3 Het hof stelt voorop dat uit artikel 5 van de statuten blijkt dat het Bestuur alleen dán de begroting voor een komend jaaraan de Secties ter goedkeuring behoeft voor te leggen wanneer de contributie-behoefte 10% meer bedraagt dan die van het lopende jaar.

3.4 Als productie 4 bij conclusie van eis in reconventie heeft VAN begrotingen met betrekking tot de jaren 2006 tot en met 2010 van de Sectie Exploitanten in de Horeca overgelegd. Daaruit blijkt niet dat in enig jaar de overgelegde begroting van dat jaar, die van het voorgaande jaar met meer dan10% over-stijgt. VAN heeft daarenboven als productie 6 bij voormelde conclusie notulen en verslagen – waarmee naar de uitleg van het hof niet iets verschillend bedoeld is – overgelegd van ledenvergaderingen Sectie Exploitanten in de Horeca in het desbetreffende jaar. Uit die notulen blijkt dat de begroting voor het alsdan komende jaar op zijn minst besproken is en, nog afgezien van de vraag wat daar dan in het licht van het bepaalde in artikel 5 van de statuten het gevolg van zou zijn geweest, er kennelijk voor de vergadering geen aanleiding is geweest zich te verzetten tegen de door het Bestuur ter sprake gebrachte begroting(en). In 2006, 2008 en 2009 is de vergadering zelfs uitdrukkelijk akkoord gegaan met de door het Bestuur (onverplicht) voorgestelde begrotingen voor de daarop volgende jaren.

3.5 Anders dan Continental opnieuw betoogt, behoeven de notulen, waarvan VAN gemotiveerd en onder meer ter gelegenheid van twee comparities bij het hof gesteld heeft dat de inhoud overeenkomt met hetgeen ter vergadering is besproken, niet te worden ondertekend. Artikel 13 van de statuten, dat de vertegenwoordiging van de vereniging behandelt, brengt die verplichting niet mee. Integendeel: in dat artikel wordt schriftelijke ondertekening alleen vereist bij verlening van procuratie aan een derde. Voorgaande wordt niet anders doordat een aantal notulen als slotzin, na de sluiting van de vergadering door de voorzitter, vermeldt: Zonder/met wijzigingen vastgesteld in de ledenvergadering SH van (…), met vermelding van de datum. Daaruit blijkt immers niet dat de notulen niet zijn vastge-steld als ze niet zijn ondertekend.
Evenmin behoeft de door het Bestuur gemaakte begroting te worden ondertekend. Dat geldt op grond van artikel 19 van de statuten wel de balans en de staat van baten en lasten met toelichting waarmee het Bestuur de uitoefening van zijn bevoegdheden verantwoordt ten overstaan van de Algemene Vergadering. De decharge van het bestuur is in dit geding evenwel niet aan de orde. En de begroting is geen onderdeel van de in artikel 19 genoemde stukken.

3.6 VAN heeftdaarenboven ter gelegenheid van de voortgezette comparitie notulen overgelegd van de vergaderingen van het Bestuur over de jaren 2004 tot en met 2011. Daaruit blijkt dat het Bestuur telkens voor het desbetreffende opvolgende jaar een begroting heeft vastgesteld. De heer [ A ] heeft ter zitting verklaard, dat alle notulen van de vergadering van het Bestuur uit de archieven van VAN komen en hij bij op een na alle vergaderingen aanwezig was en de notulen overeenstemmen met zijn herinnering aan de desbetreffende vergadering. De heer [ A ] heeft zijn verklaring ter zitting ondertekend. Tevens heeft hij verklaard dat de actielijst van 2 december 2009 foutief is gedateerd maar ter zake van de begroting van 2010 wel een goedkeurend besluit is genomen. Het hof komt op grond daarvan tot de conclusie dat VAN voldoende gemotiveerd en met stukken onderbouwd, heeft gesteld dat de in dit geding overgelegde begrotingen conform de statuten en mitsdien rechtsgeldig tot stand zijn gekomen. Het niet nader gemotiveerde en niet met stukken onderbouwde verweer van Continental stuit daarop af. Dat VAN niet heeft gerespondeerd op het niet aangekondigde bezoek van een deurwaarder en, overeenkomstig hetgeen werd afgesproken ter comparitie van 18 november 2011, de stukken pas bij brief van 20 januari 2012 voor de zitting van 6 februari 2012 aan het hof en Continental heeft doen toekomen brengt het hof niet tot een ander oordeel. Het hof komt niet toe aan nadere (getuigen)bewijslevering.

3.6 Alle grieven stuiten op het voorgaandeaf. Als de in het ongelijk te stellen partij zal Continental de proceskosten van VAN dienen te vergoeden.

4. Beslissing
Het hof:
bekrachtigt het bestreden vonnis;