Afscheiding afdeling (De Vleugeltjes)

Rb. Zwolle, 20-07-2011, LJN BU4367 (De Vleugeltjes)


Het bestuur van een afdeling zonder rechtspersoonlijkheid van een landelijke vereniging besluit zich af te scheiden en een stichting “De Vleugeltjes”op te richten waarin ze verder gaat. Daarmee komen ze niet weg, het bankrekeningsaldo en de administratie zijn eigendom van de vereniging en moeten dus worden teruggegeven.



Een belangrijke uitspraak, die weer eens duidelijk bevestigt dat een afdelingsbestuur niet voor zichzelf kan beginnen bij onvrede met de landelijke vereniging, als de afdeling niet zelf een rechtspersoon is (vergelijk KBO Brabant). 







De website van Stichting De Vleugeltjes geeft een aardig overzicht van de feiten: 

“In 1964 is in Bussum de “Gooise Stichting voor Ontspanning Lichamelijk Gehandicapte Kinderen” opgericht. De oorspronkelijke stichting is na verloop van tijd [1974] omgezet in de “Nationale Federatieve Vereniging tot Ontspanning en Recreatie voor Lichamelijk Gehandicapte Kinderen” (NFVOLGK). In 1985 werd de naam van de vereniging gewijzigd in Vereniging Ontspanning Lichamelijk Gehandicapten, afgekort OLG. Deze vereniging bestond uit een drietal afdelingen met een landelijk bestuur. In 2011 is bij de leden en het bestuur van de afdeling ’t Gooi het idee ontstaan om afzonderlijk als Stichting verder te gaan. Op die manier krijgt de Stichting meer zelfstandigheid en meer mogelijkheden om haar doel te verwezenlijken.” 
Als er in 1974 was gekozen voor een echte federatie, dus waarbij de afdelingen rechtspersoon zijn en lid worden van de vereniging, dan was het probleem er niet geweest. Echter, toen is de (lokale) stichting omgezet in een landelijke vereniging. De website van de vereniging is niet veel meer dan links naar de websites van de twee nog bestaande afdelingen (Apeldoorn en Noord), waarvan er één niet meer gewijzigd is sinds 2010. De kosten van het kort geding hadden beter kunnen worden besteedt aan een splitsing van de vereniging in twee of drie lokale stichtingen of verenigingen. 

Vonnis in kort geding van 20 juli 2011


in de zaak van


de vereniging
VERENIGING ONTSPANNING LICHAMELIJK GEHANDICAPTEN,


tegen
 [ 6 leden en]
7. de stichting
STICHTING DE VLEUGELTJES,


Eiseres zal hierna Vereniging OLG genoemd worden. Gedaagde 7 zal als De Vleugeltjes aangeduid worden. Alle gedaagden tezamen zullen hierna als ‘gedaagden’ worden aangemerkt.



2. De feiten
2.1. Vereniging OLG is een vereniging die zich blijkens haar statuten ten doel stelt ‘de bevordering van de integratie in de samenleving van lichamelijk gehandicapte kinderen van alle gezindten uit heel Nederland door middel van het bieden van ontspanning en recreatie en het verrichten van alle andere daartoe geëigende middelen in de ruimste zin des woords, welkenuttig zijn of kunnen zijn voor de verwerkelijking van voormelde doelstelling.’


2.2. Artikel 6 lid 1 van de statuten luidt:
“De vereniging kent afdelingen naar een regionale indeling welke zodanig is dat ieder lid onder één van de afdelingen ressorteert. Afdelingen hebben geen rechtspersoonlijkheid.”


2.3. Artikel 6 lid 6 van de statuten luidt:
“Indien in een afdeling gedurende geruime tijd geen, op de doelstelling van de vereniging gerichte, activiteiten mogelijk zijn en het zich laat aanzien datdie ook in de nabije toekomst niet te verwachten zijn, is het bestuur gerechtigd deze afdeling op te heffen en de leden onder te brengen bij de nabij gelegen afdeling(en).


2.4. Artikel 6 lid 7 van de statuten luidt:
“Alvorens tot opheffing over te gaan als bedoeld in het zesde lid hiervoor wordt, zonodig onder verantwoordelijkheid van het bestuur, een afdelingsvergadering gehouden.”


2.5. Artikel 6 lid 8 van de statuten luidt:
“Bij de opheffing of de splitsing wordtaan het bestuur overgedragen:
a.het archief van de afdeling(en);
b. de boekhouding van de afdeling(en);
c. de financiële middelen van de afdeling(en);
d. de eigendommen van de vereniging in beheer bij de afdeling(en).”


2.6. Artikel 8 lid 1 van de statuten luidt:
“Het lidmaatschap eindigt:
a. door de dood van het lid (…)
b. door opzegging door het lid;
c. door opzegging namens de vereniging;
d. door ontzetting.”


2.7. Artikel 8 lid 2 van de statuten luidt:
“Opzegging van het lidmaatschap kan slechts geschieden tegen het einde van een boekjaar en met inachtneming van een opzeggingstermijn van vier weken.”


2.8. Vereniging OLG heeft drie afdelingen, te weten Afdeling Noord, Afdeling Apeldoorn en Afdeling ’t Gooi.


2.9. Elke afdeling heeft een eigen afdelingsbestuur en een afgevaardigde die de afdeling vertegenwoordigt in de Algemene Vergadering. De afdelingen dienen jaarlijks een begroting in die degoedkeuring behoeft van het (landelijk) bestuur. Vereniging OLG houdt ten behoeve van iedere afdeling een bankrekening aan, ten aanzien waarvan het betreffende afdelingsbestuur gevolmachtigd is. De afdelingen dienen jaarlijks aan het bestuur van de vereniging rekening en verantwoording af te leggen van het door hen gevoerde financiële beleid.


2.10. Gedaagden 1 t/m 5 vormden het afdelingsbestuur en gedaagde 6 was de afgevaardigde van de Afdeling ’t Gooi.


2.11. Bij brief van 18 januari 2011 hebben gedaagden Vereniging OLG bericht dat de leden van Vereniging OLG afdeling ’t Gooi hebben besloten om zich van Vereniging OLG afte scheiden en de activiteiten voort te zetten in de op te richten stichting De Vleugeltjes. Voorts schrijven zij in deze brief dat alle activa en passiva van ’t Gooi door deze stichting zullen worden beheerd dan wel aan deze stichting zullen worden overgedragen of geacht worden toe te komen.


2.12. Bij brief van 20 januari 2011 heeft het bestuur van Vereniging OLG gereageerd op de brief van 18 januari 2011. Vereniging OLG schrijft onder meer:
“(…)
Hierbij wil ik u er op wijzen dat de afdeling ’t Gooi zich niet aan de juiste procedure heeft gehouden, zo kan een afdeling zich zelf niet opheffen. (…)


Gelden die in beheer zijn bij het landelijk bestuur van de OLG zijn verkregen door erfenissen en schenkingen aan de vereniging OLG en kunnen daarom ook niet (geheel of gedeeltelijk) worden mee genomen door een afdeling naar een nieuwe vereniging of stichting. Alle middelen van een opgeheven afdeling komen ten goede aan de overgebleven afdelingen en het landelijk bestuur van de OLG.


Verder wil ik u misschien ten overvloede er op wijzen dat het afdelingsbestuur van afdeling ’t Gooi tot aan opheffing van de afdeling of aftreden van het afdelingsbestuur gehouden is aan de statuten en het huishoudelijk reglement.


Indien het afdelingsbestuur van ’t Gooi in gesprek gaat met de andere afdelingen en het landelijk bestuur zullen wij bekijken wat wij financieel voor hen kunnen betekenen. Mocht dit niet het geval zijn dan zullen wij ons houden aan het geen eerder genoemd in deze brief.”


2.13. Bij brieven van1 februari en 8 februari 2011 aan de raadsman van gedaagden en, bij gebrek aan een reactie, bij brief van 8 februari 2011 aan het afdelingsbestuur, herhaalt Vereniging OLG hetgeen zij in haar brief van 20 januari 2011 heeft geschreven. Voorts schrijft Vereniging OLG in haar brief van 8 februari 2011 aan het afdelingsbestuur:
“Op dinsdag 15 februari a.s. om 20.00 uur hebben wij een ingelast LB/DB overleg in het Van der Valk restaurant te Zwolle in verband met jullie voornemen om af te scheiden van de Landelijke Vereniging OLG.
Hierbij nodigen we jullie uit om jullie voornemen en (in het bijzonder) de wijze van communicatie naar het Landelijk Bestuur, toe te lichten en de (vele) vragen van zowel het Landelijk Bestuur als van de andere afdelingen te beantwoorden.
Tijdens dit LB/DB zal er ook gesproken worden over een eventuele overdracht van vermogen OLG naar afdeling ’t Gooi naar Stichting de Vleugeltjes aangezien dit volgens de Statuten niet is toegestaan.


Tot nader orde mogen er geen (financiële) middelen van OLG afdeling ’t Gooi gebruikt worden voor Stichting de Vleugeltjes.
Wij willen daarom ook benadrukken dat het in het belang is van de afdeling ’t Gooi dan wel Stichting de Vleugeltjes om hierbij aanwezig te zijn.”


2.14. Per e-mail van 14 februari 2011 schrijft het afdelingsbestuur aan Vereniging OLG:
“U nodigt de bestuursleden van de voormalige afdeling ’t Gooi uit voor een vergadering op 15 februari 2011. Zoals u weet bestaat de afdeling ’t Gooi niet langer. Deze is afgescheiden, en het gaatnu om stichting de Vleugeltjes, die vanaf 1 februari 2011 de activiteiten van de voormalige afdeling voortzet. (…)”


3. Het geschil






4. De beoordeling
4.1. Vereniging OLG heeft ter onderbouwing van haar vordering aangevoerd dat gedaagden sub 1 tot en met 6 welbewust goederen en gelden aan (het vermogen van) de vereniging hebben onttrokkenen deze tot op heden zonder enige rechtsgrond weigeren af te geven. Vereniging OLG stelt dat de gelden en goederen in eigendom toebehoren aan de vereniging en dat zij geen toestemming aan gedaagden hebben verleend om de gelden en goederen onder zich te houden.


Alvorens de voorzieningenrechter de vorderingen van Vereniging OLG zal bespreken, zal zij eerst ingaan op het door gedaagden gevoerde onbevoegdheidverweer, de stelling dat de onderhavige zaak te ingewikkeld is voor kort geding en de stelling dat Vereniging OLG niet aan haar substantiëringsplichtheeft voldaan.


Relatieve bevoegdheid
4.2. Gedaagden stellen zich op het standpunt dat de voorzieningenrechter van de rechtbank Zwolle-Lelystad niet bevoegd is van het onderhavige geschil kennis te nemen. Hiertoe hebben gedaagden aangevoerd dat gedaagden 1 t/m 6 niet in persoon hadden moeten worden gedagvaard, maar dat zij als bestuur van De Vleugeltjes hadden moeten worden gedagvaard. Alsdan is de woonplaats van De Vleugeltjes bepalend en is de rechtbank Amsterdam bevoegd, aldus gedaagden.


4.3. De voorzieningenrechter stelt vast dat gedaagden 1 t/m 6 door Vereniging OLG als natuurlijke personen zijn gedagvaard en dat zij dus, anders dan gedaagden stellen, niet gedagvaard zijn in hun hoedanigheid van bestuursleden van De Vleugeltjes. Deze keuze van Vereniging OLG is bepalend voor de relatieve bevoegdheid. Nu gedaagden 1 en 3 woonplaats hebben in dit arrondissement, is de voorzieningenrechter op grond van artikel 107 Rv bevoegd om van dit geschil kennis te nemen.


Te ingewikkeld voor kort geding
4.4. Gedaagden hebben aangevoerd dat het complex van de zich ten deze voordoende feiten en omstandigheden en de daarbij te beantwoorden vragen, te ingewikkeld is voor een kort geding procedure als de onderhavige.


4.5. De voorzieningenrechter heeft weliswaar de vrijheid om de gevraagde voorzieningen te weigeren wanneer ‘de zaak niet vatbaar is om op het kort geding genoegzaam te worden toegelicht’, maar van deze bevoegdheid dient terughoudend gebruik te worden gemaakt. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter kan in dit kort geding in verantwoorde mate een beslissing worden genomen op grond van hetgeen in deze procedure is gesteld en gebleken. Temeer nu gedaagden hun stelling dat de onderhavige procedure te complex zou zijn om in kort geding te worden behandeld niet nader hebben onderbouwd.


Substantiëringsplicht
4.6. Gedaagden hebben aangevoerd dat Vereniging OLG niet aan haar substantiëringsplicht heeft voldaan omdat Vereniging OLG een onjuiste weergave heeft gegeven van hetgeen er tussen partijen voorafgaand aan deze procedure is besproken.


4.7. De voorzieningenrechter kan gedaagden niet volgen in deze stelling. Enkel het niet weergevenvan de pogingen van partijen om met elkaar in gesprek te komen, rechtvaardigt niet de conclusie dat niet aan de substantiëringsplicht is voldaan. Dat gedaagden een andere visie hebben op hetgeen zich tussen partijen heeft afgespeeld, rechtvaardigt evenmin de conclusie dat niet is voldaan aan de substantiëringsplicht. Deze stelling kan gedaagden derhalve niet baten.


Vorderingen Vereniging OLG
4.8. Een vereniging kan bestaan uit meerdere afdelingen. Deze afdelingen kunnen bestaan met en zonder rechtspersoonlijkheid. Een afdeling zonder rechtspersoonlijkheid moet worden gezien als een organisatorische eenheid binnen de vereniging op wie de statuten en de statutaire doelstelling van de vereniging van toepassing zijn.


4.9. De voorzieningenrechter stelt voorop dat uit artikel 6 lid 1 van de statuten volgt dat de afdeling ’t Gooi geen rechtspersoonlijkheid bezit. Feiten of omstandigheden waaruit zou moeten worden afgeleid dat de afdeling ’t Gooi (inmiddels) rechtspersoonlijkheid zou hebben verworven zijnniet gesteld of anderszins gebleken.


4.10. De stellingen van gedaagden dat de statuten op het punt van de organisatie gedateerd en achterhaald zijn en dat de afdeling in de praktijk met een grote mate van zelfstandigheid opereert, kunnen hen niet baten. In de eerste plaats zijn de statuten van de vereniging leidinggevend, hoe anders het in de praktijk ook is geregeld. Daarnaast is het juist inherent aan de organisatiestructuur van een vereniging met afdelingen dat de afdelingen een grote mate van zelfstandigheid hebben. Een afdeling van een vereniging ontleent zijn bestaansrecht aan het feit dat via de afdeling de dienstverlening aan de leden is te optimaliseren, de leden op die wijze beter kunnen worden aangestuurd, per afdeling aan specifieke belangenbehartiging kan worden gedaan, afdelingsgewijs meer activiteiten kunnen worden gerealiseerd en/of om praktische of democratische redenen meer leden bij de vereniging kunnen worden betrokken. Aan het enkele feit dat een afdeling met een grote mate van zelfstandigheid opereert kan derhalve geen rechtspersoonlijkheid worden ontleend.


De vordering onder I
4.11. Vereniging OLG vordert thans betaling door gedaagden 1 t/m 6 van een bedrag van EUR 11.070,32, zijnde het bedrag dat van de rekening van de afdeling is overgemaakt naar de rekening van Baarnsche Notarissen. Zij heeft aangevoerd dat het geld toebehoort aan de Vereniging OLG en dat zij de financiële middelen nodig heeft om afdeling ’t Gooi te kunnen voortzetten.


4.12. Gedaagden hebben zich op het standpunt gesteld dat het bestaan van de geldvordering onvoldoende aannemelijk is om in kort geding voor toewijzing in aanmerking te komen. Voorts hebben gedaagden aangevoerd dat Vereniging OLG geen spoedeisend belang heeft, aangezien het bedrag van EUR 11.070,32 bij notaris T.C.M. Smit te Baarn in depot staat en de financiële positie van Vereniging OLG goed is. Ten slotte hebben gedaagden betwist dat zij goederen en gelden aan de Vereniging OLG hebben onttrokken. Gedaagden stellen dat deze gelden aan de leden van de afdeling ’t Gooi toebehoren – welke leden thans allen zijn aangesloten bij De Vleugeltjes -, aangezien de gelden door hen bijeengebracht dan wel aan hen gegeven waren om de doelstelling van de vereniging te realiseren.


4.13. De voorzieningenrechter stelt vast dat uit de stukken volgt dat gedaagde 6, als afgevaardigde van de afdeling ’t Gooi, geen onderdeel uitmaakt van het bestuur van afdeling ’t Gooi. Niet gesteld of gebleken is dat hij daadwerkelijk de beschikking en/of het beheer overde afdelingsgelden heeft gehad. De voorzieningenrechter zal de vordering ten aanzien van gedaagde 6 dan ook afwijzen.


4.14. Met betrekking tot een voorziening in kort geding, bestaande in veroordeling tot betaling van een geldsom, is terughoudendheid op zijn plaats. De rechter zal daarbij niet alleen hebben te onderzoeken of het bestaan van een vordering van de eiser op de gedaagde voldoende aannemelijk is, maarook of daarnaast sprake is van feiten en omstandigheden die meebrengen dat uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening is vereist, terwijl de rechter in de afweging van de belangen van partijen mede zal hebben te betrekken de vraag naar – kort gezegd – het risico van onmogelijkheid van terugbetaling, welk risico kan bijdragen tot weigering van de voorziening.


4.15. Vast staat dat een bedrag van EUR 11.070,32 van de rekening van Vereniging OLG, afdeling ’t Gooi, is overgeschreven naar de rekening van Baarnsche Notarissen. Bij een vereniging met afdelingen zonder rechtspersoonlijkheid is sprake vanéén rechtspersoon met één vermogen, namelijk dat van de vereniging (in casu Vereniging OLG). Een afdeling zonder rechtspersoonlijkheid kan geen geld of goederen in eigendom hebben, maar slechts in beheer. Dit betekent dat ook de sponsorgelden en donaties die de afdeling bijeen heeft gebracht enontvangen, aan Vereniging OLG toebehoren. Wanneer een afdeling wordt opgeheven blijft het vermogen van de afdeling het vermogen van de vereniging. Een afdeling die zich van de vereniging afscheidt kan dus niet zonder meer haar vermogen meenemen. Hierover zal zij in overleg moeten treden met de vereniging.


4.16. Vast staat dat gedaagden niet in overleg met Vereniging OLG de gelden van de bankrekening van de afdeling hebben afgeschreven. Eveneens staat vast dat Vereniging OLG geen toestemming hiervoor heeft gegeven. Nu de afdeling geen eigen vermogen kan hebben, maar slechts het beheer voert over eendeel van de gelden van Vereniging OLG, is de voorzieningenrechter van oordeel dat gedaagdenhet bedrag van EUR 11.070,32 zonder recht of titel van de bankrekening van de afdeling hebben overgeschreven naar de rekening van de notaris ten behoeve van De Vleugeltjes. Gedaagden kunnen niet worden gevolgd in hun stelling dat de goederen en gelden aan de leden van de afdeling ’t Gooi toebehoren – welke leden (volgens hen) thans allen zijn aangesloten bij De Vleugeltjes. Die leden hebben dat geld immers via de contributie of giften/ donaties aan de vereniging afgestaan.


4.17. Hetgeen is overwogen in4.15. en 4.16. brengt mee dat de vordering van Vereniging OLG zodanig aannemelijk is dat Vereniging OLG naar het oordeel van de voorzieningenrechter, mede gelet op de onweersproken stelling van Vereniging OLG, dat zij financiële middelen nodig heeft om afdeling ’t Gooi te kunnen voortzetten, voldoende spoedeisend belang heeft in de onderhavige zaak.


4.18. Gedaagden hebben geen afzonderlijk verweer gevoerd tegen de gestelde hoofdelijke verbondenheid en evenmin tegen de ingangsdatum van de wettelijke rente. De vordering onder I ten aanzien van gedaagden sub 1 t/m 5 is dan ook toewijsbaar.






De vordering onder II
4.19. Vereniging OLG vordert gedaagden 1 tot en met 6 te veroordelen tot afgifte van de hiervoor onder 3.1. II. genoemde goederen. Vereniging OLG heeft aangevoerd dat zij de administratie nodig heeft om haar activiteiten, meer specifiek de activiteiten van afdeling ’t Gooi,te kunnen continueren. Zij stelt dat zij als gevolg van het ontbreken van deze stukken geen volledig inzicht heeft in haar financiële positie, noch kan zij communiceren met haar leden, ressorterend onder de afdeling ’t Gooi. De financiële administratie is nodig om boekjaar 2010 te kunnen afsluiten. De ledenadministratie is nodig om de leden over de ontstane situatie te informeren, aldus Vereniging OLG. Ten slotte heeft Vereniging OLG aangevoerd dat zij over de lijst van sponsoren en donateurs dient te beschikken, zodat met hen een relatie kan worden onderhouden.


4.20. Gedaagden hebben aangevoerd dat Vereniging OLG geenspoedeisend belang hebben bij hun vordering, aangezien de activiteiten van afdeling ’t Gooi zijn voortgezet in De Vleugeltjes en de voormalige leden van de afdeling ’t Gooi niets meer met Vereniging OLG te maken willen hebben. Gedaagden stellen dat het een illusie is dat afdeling ’t Gooi zou kunnen worden voortgezet, aangezien er geen leden meer zijn. Voorts hebben gedaagden gesteld dat zij de administratie niet willen afgeven omdat zij zich verplicht achten om de belangen, privacy en persoonlijke levenssfeer van de (in hun visie: voormalige) leden te beschermen. Desgevraagd hebben gedaagden ter zitting verklaard dat de leden veelal geestelijk- en lichamelijk gehandicapten zijn, die geen behoefte hebben om met ‘zaken’ lastig gevallen te worden. Ook hebben gedaagden aangevoerd dat zij ook willen voorkomen dat Vereniging OLG allerlei andere personen, zoals bijvoorbeeld sponsoren, zou gaan benaderen en zo schade zou kunnen toebrengen aan de zaak waar de stichting voor staat. Gedaagden zijn alleen bereid de goederen terug te geven indien Vereniging OLG toezegt dat zij geen personen als genoemd in de administratie zullen benaderen. Ten aanzien van de vordering onder II. h. hebben gedaagden aangevoerd dat deze domeinnaam eigendom was van gedaagde sub 1. Gedaagde sub 1 heeft de domeinnaam inmiddels teruggegeven aan het hostingbedrijf.


4.21. Hetgeen in r.o. 4.13. is overwogen met betrekking tot gedaagde 6 in het kader van de geldvordering geldt ook ten aanzien van de gevorderde afgifte van goederen. Niet gesteld of gebleken is dat hij daadwerkelijk de beschikking en/of het beheer over de goederen en administratie van de afdeling heeft gehad. De voorzieningenrechter zal de vordering ten aanzien van gedaagde 6 dan ook afwijzen.


4.22. Gedaagden 1 t/m 5 miskennen naar het oordeel van de voorzieningenrechter met hun betoog dat de goederen waarvan afgifte wordt gevorderd eigendom van de Vereniging OLG zijn. Net zomin als een afdeling zonder rechtspersoonlijkheid geld in eigendom kan hebben, kan een afdeling ook niet zelfstandig goederen in eigendom hebben. De balans en de staat van baten en lasten zullen een totaal financieel beeld van de vereniging moeten geven en moeten dus een consolidatie bevatten van de bezittingen en schulden van de vereniging, inclusief de gelden en goederen die de afdelingen in beheer hebben. Om die reden is een afdelingsbestuur gehouden aan het bestuur van de vereniging die financiële gegevens te verstrekken die het nodig heeft om aan de algemene vergadering rekening en verantwoording te kunnen afleggen. De voorzieningenrechter kan gedaagden niet volgen in hun standpunt dat uit het enkele feit dat de leden van afdeling ’t Gooi zich thans bij De Vleugeltjes hebben gevoegd, betekent dat Vereniging OLG geen belang meer bij haar vordering zou hebben. Niet gesteld of gebleken – en niet aannemelijk – is dat alle gehandicapten uit de regio ’t Gooi zich bij De Vleugeltjes hebben aangesloten.


4.23. De voorzieningenrechter kan gedaagden evenmin volgen in hun stelling dat zij zich verplicht achten om debelangen, privacy en persoonlijke levenssfeer van de leden te beschermen. Gedaagden hebben weliswaar uitdrukkelijk gesteld dat “de leden van De Vleugeltjes” niets meer te maken willen hebben met Vereniging OLG. Zij zien hierbij echter over het hoofd dat de leden allen persoonlijk hun lidmaatschap van Vereniging OLG in beginsel zullen moeten opzeggen conform de in de statuten genoemde regeling. Zolang zij dit niet doen, zijn zij nog gewoon lid van Vereniging OLG en zolang zij lid zijn van Vereniging OLG dient Vereniging OLG contact met hen te onderhouden en hen op de hoogte te houden van de ontstane situatie.


4.24. Rechtsoverweging 4.22. en 4.23. leiden tot de conclusie dat Vereniging OLG recht en voldoende (speodeisend) belang heeft bij toewijzing van de gevorderde afgifte. Deze vordering zal jegens gedaagden 1 t/tm 5 worden toegewezen met dien verstande dat het onder g. genoemde onvoldoende bepaald is. De voorzieningenrechter zal om die reden de vordering onder II. g. afwijzen. Ten aanzien van de vordering onder II. h. hebben gedaagden onweersproken aangevoerd dat de domeinnaam eigendom was van gedaagde sub 1 en dat zij deze aan het hostingbedrijf heeft teruggegeven. De voorzieningenrechter zal ook dit deel van de vordering afwijzen.


4.25. Nu de primaire vordering onder II wordt toegewezen, behoeft de subsidiaire vordering geen verdere bespreking.





5. De beslissing
De voorzieningenrechter


5.1. veroordeelt gedaagden 1 t/m 5 hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, om aan Vereniging OLG te betalen een bedrag van EUR 11.070,32 (elfduizendzeventig euro en tweeëndertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente over het bedrag van EUR 11.070,32 vanaf 17 januari 2011 tot de dag van volledige betaling,


5.2. veroordeelt gedaagden 1 t/m 5 om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis aan Vereniging OLG af te geven:
a. de volledige ledenadministratievan de afdeling ’t Gooi
b. de volledige financiele administratie van de afdeling ’t Gooi
c. de volledige administratie van sponsoren en donateurs van de afdeling ’t Gooi
d. het volledige archief van de afdeling ’t Gooi
e. de gehele voorraad briefpapier en enveloppen van afdeling ’t Gooi
f. de eerste hulprugzak,